Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

12 mei - Hebreeën 10:1-10

Bijbeltekst(en)

Hebreeën 10

1Omdat de wet slechts een voorafschaduwing toont van al het goede dat nog komen moet en daarvan niet de gestalte zelf laat zien, heeft hij ook niet de kracht om degenen die jaar in jaar uit God naderen met steeds dezelfde offers ooit tot volmaaktheid te brengen. 2Anders zouden die offers allang niet meer gebracht worden; degenen die aan de dienst deelnemen, zouden immers als ze eenmaal gereinigd zijn geen enkel zondebesef meer hebben. 3Het tegendeel is echter waar: elk jaar worden met die offers de zonden weer in herinnering geroepen – 4bloed van stieren en bokken kan immers onmogelijk zonden wegnemen. 5Daarom zegt Christus bij zijn komst in de wereld:

‘Offers en gaven hebt U niet verlangd,

maar U hebt Mij een lichaam gegeven;

6brand- en reinigingsoffers behaagden U niet.

7Toen heb Ik gezegd: “Hier ben Ik,”

want dit staat in de boekrol over Mij geschreven:

“Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen.”’

8Eerst zegt Hij: ‘Offers en gaven hebt U niet verlangd, brand- en reinigingsoffers behaagden U niet’ – ook al zijn dit offers die volgens de wet worden gebracht. 9Dan zegt Hij: ‘Hier ben Ik, Ik ben gekomen om uw wil te doen,’ waarmee Hij het eerste opheft om het tweede van kracht te doen zijn. 10Op grond van die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, voor eens en altijd.

Hebreeën 10:1-10NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons