Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

12 augustus - Ezechiël 8:13-18

Bijbeltekst(en)

Ezechiël 8

13‘Ik zal je nog meer van hun gruwelijke daden laten zien,’ zei Hij, 14en Hij bracht me naar de ingang van de noordelijke poort van de tempel van de HEER. Daar zaten vrouwen die rouwden om de god Tammuz. 15‘Heb je het gezien, mensenkind?’ vroeg Hij mij. ‘En nog gruwelijker dingen zal Ik je laten zien!’

16Hij bracht me naar de binnenhof van de tempel van de HEER. Bij de ingang, tussen de voorhal en het altaar, stonden ongeveer vijfentwintig mannen. Ze stonden met hun rug naar de tempel, met hun gezicht naar het oosten, en ze bogen zich in aanbidding neer voor de zon. 17‘Heb je het gezien, mensenkind?’ vroeg Hij mij. ‘En al deze afgodendienst waaraan het volk van Juda zich overgeeft is blijkbaar nog niet genoeg: ze vullen het land met geweld, ze beledigen Mij steeds opnieuw, zie hoe ze Mij minachten door een wijnrank onder hun neus te houden! 18Ik zal mijn woede op hen koelen, Ik zal onverbiddelijk zijn en geen medelijden hebben, en al roepen ze nog zo hard om Mij, Ik zal niet naar hen luisteren.’

Ezechiël 8:13-18NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons