Stap 6 Een troon die nooit wankelt


Bijbeltekst(en)
2 Samuel 7
Toezeggingen over de voortzetting van Davids koningshuis
Vorige keer lazen we over het moment waarop God een verbond sluit met de Israëlieten. Het verhaal van vandaag speelt zich honderden jaren later af. De Israëlieten wonen inmiddels al een hele tijd in Kanaän, eerst als los stammenverband onder leiding van ‘rechters’, en nu als koninkrijk. David is de tweede koning van het jonge rijk, en de eerste die vanuit Jeruzalem regeert.
David heeft er niet om gevraagd, maar God heeft besloten zijn volk aan deze voormalige herdersjongen toe te vertrouwen. Als je goed kijkt, zie je in deze tekst dezelfde thema’s terugkomen als in Psalm 23, de beroemde psalm over God als herder. Dat zegt ook meteen iets over het soort leider dat God graag wil: iemand die lijkt op een herder, die de rust die God aan hem heeft geschonken deelt met zijn ‘kudde’.
Een paar eeuwen later wankelt de troon dan toch behoorlijk: Jeruzalem wordt door de Babyloniërs veroverd, en de laatste koning uit de lijn van David wordt in ballingschap weggevoerd nadat zijn zonen voor zijn ogen zijn vermoord (2 Kon. 25:1-7). De mensen vragen zich wanhopig af hoe het zit met Gods belofte (Ps. 89). Heeft God zijn volk voorgoed in de steek gelaten? Is het echt afgelopen met het huis van David? Nee, zeggen sommige schrijvers: er komt een dag waarop er weer een nakomeling van David zal heersen over Israël, en misschien wel over heel de wereld (Jes. 11:1-10; 55:1-5). Het zal een koning zijn die alle menselijke verwachtingen overtreft: de messias, Gods gezalfde.
Wat verwacht jij van een leider die heerst zoals God dat wil?
