Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Derde uur

Dit gebedsuur is volgens onze klok om 9 uur. Als monnik of moniale ben je dan vaak al een tijd in touw, maar volgens ‘wereldse’ tijd ben je misschien pas net op stoom. Daarom zou je dit gebedsmoment naar het midden van de ochtend kunnen verplaatsen. Een (koffie)pauze is een mooi moment om even naar buiten te gaan of je ergens af te zonderen om onderstaande psalm tot God te richten in plaats van je social media te checken. Als je agenda dit niet toelaat, kun je misschien alleen het prokimen in stilte en met aandacht zeggen.

In sommige Orthodoxe tradities wordt dit uur door een speciaal gebed verbonden met de Heilige Geest. In het Bijbelboek Handelingen vertelt hoofdstuk 2 namelijk hoe op dit tijdstip de Geest de apostelen vervult. Dit is op de vijftigste dag na Pasen, de opstanding uit de doden van Jezus Christus, die aan zijn leerlingen de komst van de Heilige Geest had beloofd. Hierdoor is het derde uur ook verbonden met de Drie-ene God: Vader, Zoon en Heilige Geest.

Psalm 24 (25) is één van de psalmen die spreekt over vijanden. Over wat voor vijanden hebben we het? Zijn er mensen die ons nu naar het leven staan? Onder gewone omstandigheden niet. Of gaat het om hen die ons leven zuur maken, ons achter onze rug uitlachen of ons ronduit pesten? Dat komt al dichter bij de alledaagse praktijk. Er is ook nog een andere mogelijkheid, zoals we lezen bij de monniken en monialen in de Egyptische woestijn: ze merkten dat ze helemaal niet alleen waren in de wildernis. De gedachten die hen in de wereld kwelden, waren met hen meegereisd! Voor hen zijn dat hun vijanden. Sterker nog: ze ervaren ze als ingefluisterd door demonen, dat wil zeggen gevallen engelen, de helpers van de duivel. Voor de moderne mens klinkt dit nogal heftig, maar voor wie piekert en worstelt met gedachten is dit maar al te waar. Natuurlijk vragen we God dan om ons tegen hen te beschermen. Daarnaast kunnen we nog meer doen: Gods wegen ontdekken en ze bewandelen. Daarom kan deze ochtendpsalm richting geven aan de rest van je dag.

Psalm 24 (25)

Kernvers: Psalm 24(25):4

Heer, maak mij uw wegen bekend
en leer mij uw paden

1 Een psalm van David.
Tot U, Heer, verhef ik mijn ziel;

2 mijn God, op U vertrouw ik, laat mij niet te schande worden,
laat mijn vijanden mij niet uitlachen.

3 Want niemand die geduldig op U wacht, zal ooit beschaamd worden,
maar te schande worden zij die zinloos uw wet overtreden.

4 Heer, maak mij uw wegen bekend
en leer mij uw paden.

5 Leid me op de weg van uw waarheid en onderricht mij,
want U bent God, mijn redder;
op U wacht ik heel de dag.

6 Herinner u, Heer, uw barmhartigheid en ontferming,
want zij zijn eeuwigdurend.

7 Maar herinner u niet de zonden en onwetendheid uit mijn jeugd;
denk aan mij volgens uw barmhartigheid,
omwille van uw goedheid, Heer.

8 Goed en oprecht is de Heer;
daarom wijst Hij zondaars de weg.

9 Hij wijst zachtmoedigen de weg in het oordeel,
zachtmoedigen maakt Hij zijn wegen bekend.

10 Alle wegen van de Heer zijn vol ontferming en waarheid
voor hen die zijn verbond en zijn getuigenissen zoeken.

11 Omwille van uw naam, Heer:
vergeef me mijn zonde want zij is groot.

12 Wie is de mens die de Heer vreest?
Hij onderricht hem op de weg die hij gekozen heeft.

13 Zijn ziel zal in voorspoed verblijven,
zijn nageslacht zal de aarde erven.

14 De Heer is de kracht van wie Hem vrezen,
[en de naam van de Heer is van wie Hem vrezen,]
Hij verkondigt hun zijn verbond.

15 Mijn ogen zijn voortdurend op de Heer gericht
want Hij zal mijn voeten uit de valstrik trekken.

16 Zie naar mij om en ontferm u over mij,
want ik ben alleen en straatarm.

17 De kwellingen van mijn hart hebben zich opgestapeld;
verlos mij uit mijn nood.

18 Zie mijn vernedering en mijn moeite,
vergeef me al mijn zonden.

19 Zie mijn vijanden, hoe talrijk ze zijn;
ze haten mij met een onterechte haat.

20 Behoed mijn ziel en bevrijd mij.
Laat me niet beschaamd worden want op U is mijn hoop gevestigd.

21 Zij die onschuldig en oprecht zijn, hebben zich bij mij aangesloten,
want ik wachtte op U, Heer.

22 Verlos Israël, o God,
van al zijn kwellingen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.38.0
Volg ons