Begin van de brief
Judas groet de christenen
1Dit is een brief van Judas, een dienaar van Jezus Christus en een broer van Jakobus. Aan de mensen die God, de Vader, heeft uitgekozen om bij hem te horen. God houdt van jullie, en hij beschermt jullie totdat Jezus Christus komt.
2Ik wens jullie toe dat God goed voor jullie is, jullie liefheeft en jullie voor altijd vrede geeft.
Judas waarschuwt voor slechte mensen
3Vrienden, ik was eerst van plan om jullie te schrijven hoe God ons allemaal redt. Maar ik moet jammer genoeg iets heel anders schrijven. Ik moet jullie ernstig waarschuwen. Want jullie moeten blijven strijden voor het enige ware, christelijke geloof dat aan jullie is doorgegeven.
4Ik heb namelijk gehoord wat er bij jullie aan de hand is. Zonder dat jullie het merkten, zijn er slechte mensen bij jullie in de kerk gekomen. Zij vinden verboden seks geen probleem, en ze zeggen: ‘God zal ons wel vergeven.’ Volgens hen is Jezus Christus niet onze Heer en onze enige meester. In de heilige boeken staat al dat God zulke slechte mensen zal straffen.
Voorbeelden van slechtheid
Drie voorbeelden van straf
5Ik wil jullie herinneren aan wat er vroeger gebeurd is. Jullie weten natuurlijk heel goed dat de Heer Jezus het volk van Israël gered heeft uit Egypte. Maar later doodde hij alle Israëlieten die niet op hem vertrouwden!
6-7Denk ook aan de engelen die ongehoorzaam werden. Ze verlieten de hemel, en hadden seks met mensen. De Heer heeft die engelen voorgoed opgesloten in het land van de dood. Daar zullen ze blijven tot de dag dat God zal rechtspreken.
Ten slotte heb ik nog een voorbeeld om jullie te waarschuwen. Jullie weten wat er gebeurd is met de inwoners van Sodom, Gomorra en de steden daaromheen. De inwoners van die steden hadden ook verboden seks. Daarom zijn hun steden verwoest met een vuur dat eeuwig brandt.
8Die mensen bij jullie in de kerk doen dezelfde slechte dingen. Ze hebben verboden seks. Ze vinden dat ze de Heer niet hoeven te gehoorzamen. En ze beledigen engelen. Ze zeggen: ‘Wij mogen dat doen, want wij hebben bijzondere dromen.’
Het voorbeeld van Michaël
9Michaël is één van de belangrijkste engelen. Maar zelfs hij durfde hogere machten niet te beledigen. Ooit had hij een felle discussie met de duivel. Het ging over de vraag wat er met het lichaam van Mozes moest gebeuren. Michaël zei toen alleen maar tegen de duivel: ‘Ik hoop dat de Heer je zal straffen.’
10Die slechte mensen bij jullie in de kerk weten niets van hogere machten. Toch beledigen ze die hogere machten voortdurend. Ze hebben geen verstand, en ze gedragen zich als dieren. Daarom zal het verkeerd met hen aflopen.
Nog drie voorbeelden van slechtheid
11Het zal slecht aflopen met die slechte mensen. Want ze plegen dezelfde misdaad als Kaïn. En ze liegen als ze er geld mee kunnen verdienen, net als Bileam. En net als Korach zullen ze sterven omdat ze in opstand gekomen zijn.
12Door het gedrag van die mensen worden de christelijke maaltijden iets belachelijks. Die mensen schamen zich nergens voor. Ze gieten zich vol met wijn, en zorgen alleen voor zichzelf. Je hebt niets aan hen! Ze lijken op wolken die voorbijwaaien zonder regen voor de aarde te geven. Ze lijken op bomen die in de oogsttijd geen vruchten geven. Ze lijken op bomen die uit de grond getrokken zijn, en helemaal dood zijn. 13Die mensen laten overal sporen achter van hun slechte gedrag, zoals de wilde golven van de zee hun vuil op het strand achterlaten. Ze hebben een slechte invloed op anderen. Ze zullen worden gestraft.
Voorspellingen
De boodschap van Henoch
14Henoch vertelde al lang geleden hoe het met slechte mensen zou aflopen. Hij hoorde bij de zevende generatie na Adam. Henoch zei: «Op een dag komt de Heer met ontelbaar veel engelen. 15Dan zal hij rechtspreken over iedereen. Hij zal alle slechte en zondige mensen straffen. Want zij hebben veel vreselijke dingen gedaan, en veel verschrikkelijke dingen over de Heer gezegd.»
16Die slechte mensen bij jullie in de kerk doen niets anders dan protesteren en klagen. Ze volgen hun eigen slechte verlangens. Ze scheppen op over zichzelf. En ze zeggen dingen die mensen graag horen, om er zelf beter van te worden.
De boodschap van de apostelen
17Vrienden, denk aan wat de apostelen van onze Heer Jezus Christus al gezegd hebben. 18Ze zeiden tegen jullie: ‘Als het einde van de wereld komt, dan zullen er mensen zijn die jullie geloof belachelijk maken. Mensen die hun eigen slechte verlangens volgen.’
19Die slechte mensen zorgen voor ruzie in de kerk. Ze doen alleen waar ze zelf zin in hebben, en ze hebben de heilige Geest niet.
Slot van de brief
Wees goed voor iedereen
20Vrienden, houd altijd vast aan het ware, christelijke geloof. Dan zullen jullie als kerk een steeds sterkere eenheid worden. En laat je bij het bidden leiden door de heilige Geest. 21Houd vast aan Gods liefde. Vertrouw erop dat onze Heer Jezus Christus goed voor jullie zal zijn, en jullie het eeuwige leven zal geven.
22Als er bij jullie mensen zijn die twijfelen, steun hen dan. 23Als mensen verkeerde dingen doen, probeer hen dan te redden van Gods straf. En ook als mensen doorgaan met hun verkeerde gedrag, moet je hen goed blijven behandelen. Maar pas op voor hun gevaarlijke invloed, want ze zijn door en door slecht.
Alle eer aan God
24-25De machtige God kan ervoor zorgen dat jullie niet twijfelen. Hij zal ervoor zorgen dat jullie voor zijn troon komen te staan met een volmaakt geloof, juichend van vreugde. Door die God worden jullie gered, dankzij onze Heer Jezus Christus. Alle eer, kracht en macht aan de enige God, voor altijd en eeuwig! Amen.