In Jeruzalem zal er vrede zijn
De mensen zullen veranderen
1Straks zal er een rechtvaardige koning zijn. Hij zal het land goed besturen, en de leiders zullen weer eerlijk zijn. 2De koning en de leiders zullen de mensen beschermen. Net zoals een huis mensen beschermt tegen de wind, net zoals een dak mensen beschermt tegen de regen, en net zoals schaduw mensen beschermt tegen de zon. De koning en de leiders zullen zorgen dat de mensen een goed leven hebben.
3De mensen zullen veranderen. Ze zullen met hun ogen weer echt kunnen zien en met hun oren weer echt kunnen horen. 4Ze zullen eerst goed nadenken voordat ze iets doen. En ze zullen duidelijk kunnen zeggen wat ze bedoelen, ze zullen niet meer naar woorden zoeken.
De mensen zullen verstandig zijn
5Als er weer vrede is, zullen de mensen niet meer vertrouwen op mensen zonder verstand. En ze zullen geen respect meer hebben voor bedriegers. Want dan weten ze:
6Iemand die geen verstand heeft, zegt domme dingen. En hij bedenkt dingen die slecht zijn. Hij doet niet wat God wil, maar beledigt hem. Hij geeft geen brood aan iemand die honger heeft, en geen water aan iemand die dorst heeft.
7Een bedrieger is oneerlijk en maakt slechte plannen. Hij vertelt leugens, en zorgt zo dat arme mensen in moeilijkheden komen. Ook als die arme mensen hem smeken om eerlijk te zijn.
8Maar iemand die wijs en verstandig is, denkt goed na. Hij maakt goede plannen, en hij neemt verstandige besluiten.
De vrouwen zullen bang worden
9Vrouwen van Jeruzalem! Jullie leven zonder zorgen, jullie denken dat alles goed komt. Maar luister naar mij. 10Nog even en jullie zullen bang worden. Want dan kunnen jullie geen druiven meer plukken. Jullie oogst zal helemaal mislukken. 11Nu hebben jullie nog geen zorgen. Maar dan zullen jullie bang zijn!
Doe daarom jullie kleren uit en trek rouwkleren aan! 12Laat zien hoe wanhopig jullie zijn. Huil om de wijngaard die geen vruchten meer zal krijgen. Huil om de prachtige akkers van Jeruzalem. 13Want straks groeit er onkruid op die akkers!
Dan is er geen feest meer in de stad, en geen vreugde meer in de huizen. 14Het zal helemaal stil zijn in Jeruzalem. Die sterke stad zal door iedereen verlaten zijn, de muren en torens zullen voor altijd verwoest zijn. Dan leven er alleen nog koeien en wilde ezels.
Eens zal er weer vrede zijn
15-16Maar zo zal het niet blijven. Want de Heer zal zijn geest aan de Israëlieten geven. Dan zal de woestijn weer een tuin vol bomen worden. En in het land zal weer eerlijk rechtgesproken worden. 17En als er weer eerlijkheid en recht is, zal er vrede komen. Overal in het land zal het rustig zijn, en de mensen zullen zich weer veilig voelen. 18-19Maar het land van Israëls vijanden zal door hagel verwoest worden. Hun steden zullen instorten.
Het volk van Israël zal veilig zijn in Jeruzalem. Ze zullen er rustig kunnen wonen, er zal vrede zijn. 20Dan zijn de Israëlieten gelukkig. Want ze kunnen zaaien in de buurt van water, en hun koeien en ezels vinden overal gras.