1Ik heb gezien wat voor treurige dingen er nog meer op aarde gebeuren. Dingen waar veel mensen onder lijden.
2Stel dat iemand alles heeft wat hij wil hebben. God heeft hem rijk gemaakt, hij heeft veel bezit en iedereen heeft respect voor hem. Maar God laat hem niet genieten van al zijn rijkdom. Nee, iemand anders krijgt zijn bezit. Wat is dat dan zinloos, en wat is dat treurig!
3Stel dat zo iemand honderd kinderen zou krijgen. En dat hij heel lang leeft. Wat heeft hij daaraan, als hij niet tevreden is met zijn leven? Wat heeft hij daaraan, als hij niet eens netjes begraven wordt aan het eind van zijn leven? Dan heeft een doodgeboren kind het beter! 4Zo’n kind is er maar heel even en verdwijnt weer in de duisternis. Niemand kent zijn naam. 5Zo’n kind heeft de zon nooit gezien en weet niets van het leven. Maar dat kind heeft rust, meer rust dan die rijke man. 6Want die man kan wel tweeduizend jaar oud worden. Maar als hij niet geniet van zijn leven, dan heeft hij daar niets aan. Uiteindelijk gaat hij toch dood, net als iedereen.
Wees tevreden met wat je hebt
7Mensen werken hard om te kunnen eten. Maar ze zijn niet tevreden en willen steeds meer.
8Wat heb je eraan om wijs te zijn? Wijsheid geeft niet meer voordeel dan dwaasheid. Stel dat je precies weet hoe je met mensen moet omgaan. Als je arm bent, heb je daar niets aan.
9Je kunt beter tevreden zijn met wat je hebt, dan verlangen naar wat je nog niet hebt. Want ook dat is zinloos, je bereikt er niets mee.
Het leven gaat snel voorbij
10God heeft lang geleden bepaald wat de mens is. Een mens is een mens. Hij moet niet in discussie gaan met God, want die is sterker dan hij. 11Hoe meer woorden een mens dan gebruikt, hoe zinlozer het wordt. Je hebt er niets aan.
12Niemand weet wat goed is voor een mens. Een mens leeft maar kort. Zijn leven gaat zo snel voorbij als een schaduw. En niemand kan hem vertellen wat er na zijn dood op aarde zal gebeuren.