Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wat stond er op de muur van Belsassar?

Door Cor Hoogerwerf,  specialist vertalen & exegese Nieuwe Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en medewerker aan de NBV21.

Elke bijbelvertaling maakt unieke keuzes. Soms kun je daaraan een vertaling herkennen. Bij de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) is dat bijvoorbeeld de uitdrukking ‘lucht en leegte’ in Prediker.

In de vorige blog bespraken we een iets minder bekende opmerkelijke vertaling uit de NBV, die in de NBV21 verdwijnt. In deze blog onthullen we een nieuwe opmerkelijke keuze die juist in de NBV21 wordt ingevoerd.

Opvallend anders

Het past niet bij de NBV21 om eigenwijze vertaalkeuzes te maken. De NBV21 neemt een middenpositie in, en daarbij hoort dat je keuzes maakt die stevig kunt onderbouwen vanuit de brontekst. Dat betekent óók dat je soms uitkomt bij een vertaling die opvallend anders is dan eerdere vertalingen. Want soms zijn daar goede redenen voor.

Een teken aan de wand

In het bekende verhaal over koning Belsassar verschijnt er een hand die iets op de muur van de feestzaal schrijft. Alleen Daniël kan de tekens lezen en vertelt wat er staat. Daniël 5:25 luidt in de NBV:

 ‘Dit is wat er geschreven staat: Menee, menee, tekeel oefarsien.’

In de loop van de eeuwen is er veel gespeculeerd over wat er precies op de muur stond. Waarom konden de wijzen van Babylonië het niet lezen? Volgens de weergave van Rembrandt bijvoorbeeld was het geschrevene raadselachtig omdat de hand niet van links naar rechts, maar van boven naar beneden schreef.

Rembrandts voorstelling van het verhaal uit Daniël 5. Bij de laatste letter maakt hij een foutje: hij schildert een Hebreeuwse/Aramese ‘z’, maar dat moet een ‘n’ zijn.

Vertalingen in Nederland en het buitenland

Nu is er iets aan de hand met oefarsien. De weergave oefarsien kom je ook tegen in alle andere Nederlandse bijbelvertalingen die op de overgeleverde Aramese tekst zijn gebaseerd. Maar als je bijvoorbeeld Engelse of Franse vertalingen bekijkt, zie je dat ze het voorvoegsel oe vaak vertalen als ‘en’ of een komma:

• ‘MENE, MENE, TEKEL, and PARSIN’ (New Revised Standard Version).
• ‘MENE, MENE, TEKEL, PARSIN’ (New International Version).
• ‘MENÉ, MENÉ, TEKEL et PARSIN’ (Parole de Vie).
(Dat er ‘parsin’ staat en niet ‘farsin’ heeft te maken met Hebreeuwse/Aramese uitspraakregels.)

Losse woorden

Het woordje oe betekent ‘en’. In het Aramees plak je dat altijd aan het volgende woord vast. De vraag is: maakt dit woordje deel uit van wat er op de muur staat, of is het wat Daniël zelf toevoegt om losse woorden te verbinden?
Het laatste is waarschijnlijker. Want Daniël legt vervolgens door middel van woordspelingen alleen de losse woorden uit. Hij maakt er geen lopende zin van, en het verbindingswoordje oe (‘en’) komt niet terug in zijn uitleg.
Bovendien is het goed te beseffen dat het hier mogelijk om gewichten gaat:

• Menee = mine, ongeveer 500 gram
• Tekeel = sjekel, ongeveer 10 gram
• Parsien = halve sjekel, ongeveer 5 gram

Het is mogelijk dat er bedoeld is dat de letters op de muur de afkortingen of symbolen van deze gewichten waren, of dat er tekeningen van deze gewichten op de muur stonden. Dat kan verklaren waarom de wijzen van Babylonië er niets van snapten.

Hoe dan ook: het gaat om opsomming van losse woorden, niet om een zin. Daniël noemt ze op en gebruikt daarbij het woordje ‘en’. Het is beter dat ook zo in het Nederlands te vertalen.

Wat heeft de NBV21?

De NBV21 vertaalt vers 25 zo:

‘Dit is wat er geschreven staat: Menee, menee, tekeel en parsien.’

Door het zo te vertalen snapt de lezer ook beter wat het woord perees in vers 28 met de tekst in vers 25 te maken heeft. Het is immers een stuk makkelijker om perees te verbinden aan parsien dan aan oefarsien.

De NBV21 maakt voor het eerst in het Nederlandse taalgebied deze keuze – een opmerkelijk feit. Het is een kleine ingreep, die laat zien dat elk detail meetelt om tot een brontekstgetrouwe vertaling te komen.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons