Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
28 februari 2018

Revisie van de NBV: verder bouwen aan een mooie vertaling

De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) uit 2004 wordt komende jaren gereviseerd. Hoe die revisie eruit zal zien heeft het Nederlands Bijbelgenootschap op 10 november bekendgemaakt, tijdens een druk bezocht symposium in Houten. De lezing van Matthijs de Jong, inhoudelijk projectleider, is voor online ingekort. Lees hier in vogelvlucht wat u van de revisie kunt verwachten.​

De NBV is een prachtige vertaling, gemaakt op basis van doordachte principes. Nu, ruim dertien jaar na het verschijnen van deze vertaling, is het moment gekomen om een verbeterde versie te maken. De reacties en suggesties van lezers, die het NBG de afgelopen jaren heeft mogen ontvangen, zullen bij de revisie een belangrijke rol spelen. Het doel van de revisie is, ten eerste, om de kwaliteit van de NBV nog verder te vergroten. En ten tweede om toe te werken naar een versie van de NBV die lezers nog dieper in hun hart zullen sluiten.

Waarom een revisie?

Laten we eerst een moment stilstaan bij het waarom van de revisie. Veel mensen herinneren zich het feestelijke moment in 2004 nog goed: de NBV werd gepresenteerd. Dat grootse moment ging gepaard met de oproep om de vertaling in gebruik te nemen en de bevindingen kenbaar te maken aan het Nederlands Bijbelgenootschap. Aan die oproep is massaal gehoor gegeven, meer dan iemand ooit had kunnen verwachten. Brieven, complete pakketten soms, e-mails, verzamelde dossiers aangelegd door diverse kerkgenootschappen. En dan hebben we het nog niet eens over alle publicaties die verschenen zijn, waarin de NBV of delen daarvan onder de loep worden genomen.
De revisie is dus in 2004 aangekondigd en we hebben een grote hoeveelheid reacties en suggesties om de vertaling te verbeteren. Daarnaast zien we in binnen- en buitenland dat belangrijke Bijbelvertalingen na verloop van tijd worden herzien. Toch vraagt iemand zich misschien af: Waarom maakt het NBG zoveel werk van dit veeleisende, inspannende project? Het antwoord is: dat doen we omdat we voor ons zien dat de NBV nog verder kan winnen aan kracht, aan scherpte en acceptatie. We geloven dat we hiermee voor veel Bijbellezers iets goeds brengen.

Kwaliteit versterken en luisteren naar lezers

De revisie draait om twee zaken: het versterken van de kwaliteit van de vertaling en luisteren naar de gebruikers. Dat laatste hebben we gedaan. En dit is het meest genoemde pijnpunt onder gebruikers van de NBV: het ontbreken van zogeheten eerbiedskapitalen, dat zijn hoofdletters bij persoonlijke voornaamwoorden die verwijzen naar God, Jezus en de heilige Geest (Hij, Hem, etc). We hebben het uitgelegd, keer op keer. Maar het gemis en verdriet bij grote groepen lezers is onverminderd groot gebleven. Daarom heeft het NBG besloten om in de revisie de eerbiedshoofdletters terug te brengen (voor toelichting bij dit besluit: lees hier meer.)

Allerlei kleine verbeterpunten

Tussen alle lezersreacties zitten allerlei suggesties voor kleine verbeterpunten. Een voorbeeld. In Matteüs 20:13 lezen we in de NBV:

‘Beste man, ik behandel je toch niet onrechtvaardig?’

Hier spreekt de heer van de wijngaard tegen de morrende dagloners die de hele dag gezwoegd hebben, naar blijkt voor precies hetzelfde loon als de meest vertraagde laatkomers. Briefschrijvers wezen erop dat het Griekse woord hetaire elders in Matteüs met ‘vriend’ wordt vertaald. En om eerlijk te zijn maakt dat de vertaling op dit punt alleen maar sterker. Daarom luidt de gereviseerde tekst:

‘Vriend, ik behandel je toch niet onrechtvaardig?’

Dankzij zulke kleine aanscherpingen door de hele Bijbel heen wint de vertaling aan precisie en aan kracht.

Lezerswens

Maar dit is nog niet alles. Wat we met de revisie willen bereiken gaat dieper. Het totaal van alle binnengekomen reacties op de NBV vormt een divers geheel. Toch kun je als een rode draad een duidelijke lezerswens waarnemen. Afkomstig van met name kerkelijke Bijbellezers, maar het beperkt zich niet tot een of enkele kerkgenootschappen. Het betreft een breed gedeelde wens die leeft onder gebruikers van de NBV.
Die wens luidt ten eerste: Mag het iets concordanter? Dat betekent niet de vraag om terug te gaan naar de NBG–vertaling uit 1951, maar het gaat om specifieke concordantie die thematische verbanden blootlegt. Een voorbeeld. In Ruth 2:12 spreekt Boaz tot Ruth over ‘de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht.’ Heel mooi, zeggen lezers, maar de parallel in Ruth 3:9 is onzichtbaar geworden, waar Ruth Boaz de bal terugspeelt: ‘Laat me schuilen onder uw vleugels’. Hier is de NBV met ‘wilt u mij bij u nemen?’ inhoudelijk wel correct, maar thematisch blijft er iets liggen.
Ten tweede luidt de wens: Mag het iets “Bijbelser”? Oftewel: iets meer conform de verwachting van lezers. Een voorbeeld is de zegen van Abram. In Genesis 12:3 luidt de NBV: ‘Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’ En in een voetnoot bij de vertaling staat: Ook mogelijk is de vertaling: ‘Door jou zullen alle volken op aarde gezegend worden’. Dit roept vragen op. Als het waar is wat in deze noot staat, waarom is de vertaling die zo’n beetje elke Bijbellezer verwacht niet gewoon in de tekst gezet? Dat vragen lezers zich af.
Ten derde luidt de wens: ‘Iets minder invulling graag.’ Een voorbeeld. In Genesis 1:2 staat in de NBV: ‘De aarde was nog woest en doods.’ Waarom ‘nog’? Is die invulling echt nodig, vragen lezers zich af.
Nogmaals: het gaat hier om een zeer breed gedeelde wens onder lezers van de NBV.

Verbinding

Nu hebben we aan de ene kant het karakter van de NBV: een uitgesproken vertaling, prachtige, natuurlijke taal, gemaakt volgens consequent uitgevoerde vertaalprincipes, een vertaling voor kerk en cultuur. Dat karakter en die kracht willen we in de revisie absoluut behouden.
En aan de andere kant hebben we deze breed gedeelde wens, en daar willen we iets mee.
Hoe brengen we die twee dingen samen? Hoe waarborgen we het karakter van deze vertaling met al haar kwaliteiten en werken we tegelijk aan een versie waarin lezers zich nog beter kunnen herkennen? We hebben als vertaalteam diep nagedacht hoe je een verbinding kunt maken tussen die twee dingen, en ik denk dat we eruit zijn gekomen.

Vier principes voor de revisie

We hebben vier principes geformuleerd, die de vertaalaanpak van de revisie vormen:

  1. 1.Vergroten van consistentie
  2. 2.Bevorderen van motiefwerking
  3. 3.Uitgaan van breed wetenschappelijk draagvlak
  4. 4.Toetsen van expliciteringen

De eerste twee principes bieden de mogelijkheid om iets te doen met de wens tot meer concordantie. Het derde principe helpt ons om goed om te gaan met de vraag in hoeverre de vertaling moet bieden wat lezers verwachten. En het vierde principe is een antwoord op de wens van minder invulling in de vertaling. Dankzij deze principes kunnen we de suggesties van lezers toetsen en benutten op een manier die past bij de NBV en die de kwaliteit van de vertaling ten goede komt. Ik wil ze aan de hand van voorbeelden illustreren.

Vergroten van consistentie

Door de consistentie in de vertaling te verbeteren slaan we twee vliegen in één klap: we verhogen de kwaliteit van de vertaling en we verbeteren de tekst in de ogen van de gebruikers. Consistentie houdt in dat gelijke kwesties gelijk worden behandeld, dat kenmerkende formuleringen herkenbaar blijven, en dat onnodige of onbedoelde variatie wordt teruggedraaid.
Een voorbeeld is de weergave van de term berit in Genesis 9. In de brontekst staat zeven maal het woord berit. In de NBV wordt het zesmaal met ‘verbond’ weergegeven, maar in vers 11 staat: ‘Deze belofte doe ik jullie’. Het is waar dat hiermee de tekst net iets vlotter loopt. Dit heeft echter heel wat brieven opgeleverd, waaruit ik één ironische zinsnede licht: ‘jammer dat de NBV niet tot zeven kan tellen’. Nu zou ik inderdaad zeggen dat het zevenvoudige berit in Genesis 9 een tekstkenmerk is dat bij voorkeur zichtbaar moet blijven. Maar nog belangrijker is dat de betreffende Hebreeuwse frase (de hifil  van het werkwoord qum + berit) een vaste woordcombinatie is die in de NBV consequent wordt vertaald als ‘een verbond sluiten’. Daarom luidt de gereviseerde tekst: ‘Dit verbond sluit ik met jullie’.
Hier gaan consistentie en de wens tot concordantie samen op.

Bevorderen van motiefwerking

Dankzij dit principe kunnen we de wens tot iets meer concordantie inwilligen op een manier die past bij de NBV. In het revisiewerk zijn we alert op motieven in de tekst en zoeken we naar mogelijkheden om ze herkenbaar te maken voor zover ze dat nog niet zijn. Het gaat om woordherhalingen die functioneel zijn, niet om toevallige en terloopse herhaling. Daarbij blijft het inzicht gelden dat motieven in het Nederlands anders ingezet worden dan in de Bijbelse geschriften. De vraag is dus steeds hoe we de tekstuele motieven in de vertaling werkzaam kunnen maken. Het bevorderen van motiefwerking door het beter zichtbaar maken van bepaalde vormen van concordantie versterkt het karakter van de NBV als literaire tekst.
De al aangestipte kwestie uit Ruth is hier een mooie illustratie. Ruth 2:12: ‘de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je een toevlucht hebt gezocht.’ Is het een optie in om Ruth 3:9 de metafoor van de vleugels terug te brengen? Dat Ruth tegen Boaz zegt: ‘Laat me schuilen onder uw vleugels’? Nee, zeggen de neerlandici. Zulke beeldspraak is functioneel als het op God wordt betrokken, maar als het over Boaz gaat wordt het gewoon een hele rare uitspraak in het Nederlands. Dan bereik je dus niet het effect dat de tekst wil bereiken. Strandt de poging hier? Nee, we geven niet zomaar op.

Revisie:
Ruth 2:12     Moge de HEER je daarvoor rijkelijk belonen – de HEER, de God van Israël, onder wiens vleugels je bent komen schuilen.

Ruth 3:9    ‘Ik ben het, heer, Ruth,’ zei ze. ‘Laat mij bij u schuilen, want u kunt voor ons als losser optreden.’

Het punt was niet dat de ‘vleugels’ per se terug moeten keren in de tekst van Ruth 3; het punt is dat de parallel zichtbaar moet worden. En dát is gelukt.

Uitgaan van breed wetenschappelijk draagvlak

Uit reacties blijkt dat veel lezers uitgesproken verwachtingen hebben over wat je in een Bijbelvertaling zou moeten aantreffen. Hoe kunnen we daar op een verantwoorde manier iets mee doen? We hanteren hier het principe: uitgaan van breed wetenschappelijk draagvlak.  
Een breed gebruikte Bijbelvertaling moet gebaseerd zijn op breed gedragen keuzes. Dit betekent dat de NBV zich in haar keuzes bij voorkeur moet laten leiden door wetenschappelijke consensus en meerderheidstandpunten. We heroverwegen daarom keuzes in de NBV die gebaseerd zijn op smal draagvlak en kiezen in omstreden gevallen bij voorkeur voor de meerderheidspositie. Dit principe biedt tegelijk een criterium voor het beoordelen van reacties en verbetersuggesties. Hier is de kwestie van Genesis 12:3 een goed voorbeeld:

NBV    Alle volken op aarde zullen wensen / gezegend te worden als jij.*
(noot: Ook mogelijk is de vertaling: ‘Door jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’)

Als we de wetenschappelijke literatuur van de laatste twintig jaar erbij pakken, dan blijkt de meest bekende weergave van Genesis 12:3 de beste papieren te hebben. De optie waar de NBV voor kiest is al eeuwenlang een erkende vertaalkeuze – dit komt dus niet, zoals sommige briefschrijvers menen, uit de lucht vallen – maar in termen van wetenschappelijk draagvlak staat de andere optie sterker. Daarom volgen we die in de revisie.

Revisie:
In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.*
(noot: Ook mogelijk is de vertaling: ‘Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.’)

Voor nadere toelichting bij deze vertaalkwestie, zie het uitvoerige artikel hierover van Jaap van Dorp: Genesis 12:3.

Toetsen van expliciteringen

Uit vele reacties blijkt dat expliciete invullingen soms als storend worden ervaren. In de revisie toetsen we zulke expliciteringen op noodzaak en wenselijkheid. Invullingen die als storend ervaren kunnen worden en die vanuit de NBV-methode niet als noodzakelijk of wenselijk gelden, kunnen worden teruggedraaid.
In veel gevallen blijkt dat een minder ingevulde formulering niet alleen tegemoetkomt aan de wens van lezers, maar ook de kwaliteit van de tekst ten goede kan komen. Een open formulering laat meer over aan de verbeelding en invulling van de lezer, en dat past bij de NBV.
In de NBV luidt Genesis 1:2:

‘De aarde was nog woest en doods en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.’

Het woordje ‘nog’ in de tweede zin is een van de meest besproken woorden in de NBV. Technisch gesproken is het prima verdedigbaar als weergave van het verbindingswoordje we in het Hebreeuws. Maar het brengt wel een sterke invulling met zich mee. En een meer open formulering, ‘De aarde was woest en doods’, past goed bij de stijl van Genesis 1. Ook het woordje ‘maar’ heeft tot veel discussie geleid. Het is verdedigbaar, technisch-correct, maar het maakt een tegenstelling expliciet die in de brontekst veel subtieler is.
Stel dat we ‘nog’ zouden schrappen, en ‘maar’ zouden vervangen door ‘en’. Dan ziet het er als volgt uit:

‘De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en Gods geest zweefde over het water.’

Als dit de nieuwe tekst zou zijn dan zou iemand kunnen zeggen: je wint aan de ene kant door naar de reacties te luisteren, en aan de andere kant verlies je, want dit gaat ten koste van de zeggingskracht. Het zijn nu drie losse mededelingen, een zin zonder spanning. Zo doen we het dus niet. Want er werken neerlandici mee aan de revisie die weten hoe je een zin tot leven kunt brengen. En dat klinkt zo:

‘De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest.’

Dit heeft poëtische kracht, er klinkt nu een subtiel onderscheid tussen de eerste twee delen en het laatste, net als in de brontekst; en spanning, hier gaat iets gebeuren, maar nog impliciet. Want het wordt pas expliciet als God spreekt, in Genesis 1:3.

Een laatste voorbeeld in deze reeks, Matteüs 10:29:

‘Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil.’

Uit de reacties blijkt dat erg veel lezers grote moeite hebben met die frase ‘als jullie Vader het niet wil’. Gods wil. Studies naar deze Griekse frase (letterlijk: ‘zonder jullie Vader’) laten zien dat de invulling die de NBV hier biedt (‘als jullie Vader het niet wil’) exegetisch steekhoudend is. Tegelijk blijkt de expliciete invulling voor veel lezers een hinderpaal om de bemoedigende intentie van deze passage tot zich te nemen – en daar draait het toch om. Daarom kiezen we in de revisie voor een weergave die even correct is, maar minder ingevuld:

‘Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer buiten jullie Vader om.’

Reviseren is balanceren

Met behulp van deze vier principes brengen we twee dingen bijeen: we doen iets met de wens die breed leeft onder lezers van de NBV én we laten de tekst winnen aan kracht. Makkelijk zal het niet zijn, maar het kán. Het is voortdurend zoeken naar het juiste evenwicht. Reviseren is balanceren. Per boek bekijken we wat er nodig is. Dat leidt in het ene geval tot beperkt ingrijpen, in het andere geval tot substantiëlere wijzigingen. Het is onmogelijk om het iedereen in elk opzicht naar de zin te maken. Maar ik denk wél dat we straks met een versie zullen komen waar veel lezers blij van worden.

Waardevolle vertaling

De NBV is het beste van twee werelden: een zorgvuldige vertaling in natuurlijk Nederlands. De revisie biedt ons nu de kans om die prachtige vertaling verder te versterken. We hebben nieuwe gegevens, we zijn tot nieuwe inzichten gekomen, en er is ruimte om nieuwe afwegingen te maken. Kleine veranderingen kunnen grote verschillen maken. We doen dit werk vanuit de overtuiging dat in deze teksten de Eeuwige tot ons spreekt. De Bijbelse waarheid raakt ons aan in taal, en in vertaling. Daarom is een vertaling als de NBV, goedgekozen woorden die iets bij ons oproepen, van onschatbare waarde. Daar willen we met de revisie op voortbouwen, in de hoop en het vertrouwen dat ons werk voor velen een zegen zal zijn.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons