Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Prediker: een tijd voor geluk

‘Lucht en leegte, alles is leegte.’ Met die pessimistisch klinkende woorden heeft het boek Prediker in de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) veel aandacht op zich kunnen vestigen. Ze kwamen in de plaats van de oude en versleten uitdrukking ‘IJdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid!’, bekend uit de NBG-vertaling 1951 en de Statenvertaling. 

Door Jaap van Dorp

De nieuwe vertaling van Prediker werd voor het eerst gepubliceerd in Werk in Uitvoering in 1998. Al gauw was die nieuwe formulering terug te vinden in allerlei Nederlandse lectuur, bijvoorbeeld in een aflevering van Donald Duck uit 1998, in Kreutzersonate van Margriet de Moor (2001) en in De langverwachte van Abdelkader Benali (2002). Bijbelwoorden die dus hun weg hebben gevonden in romans, zoals zo vaak bijbelse citaten en zinspelingen terecht kwamen in het werk van Nederlandse auteurs.

Wijsheid

Het bijbelboek Prediker verdient die aandacht ook. Prediker heeft een bijzondere plaats in de bijbelse wijsheidsliteratuur. In deze teksten staat de levenskunst centraal. Niet de goddelijke openbaring of de geschiedenis van het volk Israël is in beeld, maar de reflectie op de vragen die het dagelijks leven oproept. Hoe kunnen mensen gelukkig zijn? Wat helpt om stand te houden in de samenleving, om jezelf te blijven in het contact en in de competitie met anderen? En wat helpt juist niet? Hoe ga je met tegenslagen om? 

Voor het vinden van een antwoord op dergelijke vragen is wijsheid vereist. Wijsheid die van generatie op generatie in Israël is overgeleverd en gedoceerd. Maar naast die kennis van de ouders en voorouders is het ook van belang om nieuwe inzichten te verwerven waarmee met name jongeren zich toe kunnen rusten voor een leven in een steeds veranderende maatschappij. Er moet ruimte zijn voor kritische vragen bij wat van oudsher als wijsheid en waarheid werd doorgegeven, tijd voor observatie en heroriëntatie, en voor nieuw onderzoek naar wat uiteindelijk het geluk van mensen bevordert of hindert. Juist voor dat laatste kan de bijbellezer bij Prediker in de leer.  

Het ware geluk

In de eerste twee hoofdstukken van zijn boek zet Prediker in het kort uiteen wat volgens hem het menselijk geluk inhoudt. Hij laat de lezer kijken met de ogen van een koning die in het zo vergankelijke bestaan (‘alles is leegte’) het hoogste geluk wil bereiken (Prediker 1:12 e.v.). De koning onderneemt van alles en getroost zich er veel moeite voor. Hij voert grootse bouwprojecten uit, legt parken en bossen aan. Zijn bedrijven floreren, hij wordt schatrijk. Hij verdiept zich in alle dingen, hij bezit meer wijsheid dan al zijn voorgangers. Hij permitteert zich alle luxe die er is, en hij geeft zich over aan het grootste genot dat hij maar kan bedenken. 

Maar in dat alles vindt de koning niet het ware geluk. Zijn zoektocht loopt uit op vertwijfeling en wanhoop. Van alles wat hij heeft gedaan blijft niets over. Elke dag brengt hem bij nader inzien niets anders dan gezwoeg en verdriet, en in de nacht vindt hij geen rust. Door die ervaring komt de koning tot een nieuw inzicht. Na alles wat hij heeft meegemaakt concludeert hij dat zijn prestaties hem niets hebben opgeleverd. 

“De voorwaarden om gelukkig te zijn worden niet door de mens geschapen, maar door God: genieten en geluk zijn in zijn hand (Prediker 2:24). Dat laatste is in de NBV21 iets duidelijker gemaakt dan in de NBV doordat de vertaling van het vers daarna is herzien. Door in het Hebreeuws een betere tekst te volgen dan in de NBV van 2004 is gedaan, is in de herziene versie van Prediker 2:25 expliciet te lezen dat niemand gelukkig kan zijn en van het goede in het leven kan genieten ‘zonder dat Hij ermee instemt’.

Vrolijkheid in het sombere bestaan

Daarmee is kernachtig een visie geformuleerd, die de auteur van Prediker in verschillende leerdichten in zijn boek uitwerkt. De themawoorden daarbij zijn ‘vrolijk zijn’, ‘zich verheugen’, ‘vreugde’, ‘eten en drinken’, ‘genieten’ en ‘zich tegoed doen’. Een passage waarin verschillende kernwoorden samenkomen is te vinden in bijvoorbeeld Prediker 3:12-13: ‘Ik heb vastgesteld dat voor de mens niets goeds is weggelegd, behalve vrolijk te zijn en van het leven te genieten. Want wanneer hij zich aan eten en drinken te goed doet en geniet van het goede dat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God.’ 

Deze thematische inzet wuift het pessimisme niet weg dat in het boek Prediker de sfeer van het menselijk bestaan bepaalt (‘lucht en leegte, alles is leegte’). De vrolijkheid die God aan de mens geeft, is juist bedoeld om het daarin uit te houden en staande te blijven. ‘Dan piekert hij tenminste niet zo veel over het luttel aantal dagen van zijn leven, maar gaat hij van ganser harte op in de vreugde die God hem toebedeelt’ (Prediker 5:19). 

Daarom eindigt het boek Prediker ook met een reeks oproepen om het geluk als geschenk van God te aanvaarden en van elke dag in het sombere bestaan te genieten (Prediker 11:7-10). 

Jaap van Dorp is specialist vertalen en exegese Oude Testament bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap en werkte mee aan de NBV21.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons