Laat ons alleen zijn in de liefde? (Hooglied 2:7)
Onlangs stond het Bijbelboek Hooglied op het oecumenisch leesrooster. Een mooie gelegenheid om de prachtige liefdesteksten uit dit boek te (her)lezen. Veel lezers gebruikten de recent verschenen Bijbel in Gewone Taal. Eén specifieke tekst bleek vragen op te roepen. Het gaat om Hooglied 2:7
Liefdesliederen
Om de vertaling van de refreintekst in Hooglied 2:7
Het Hebreeuws, waarin het boek geschreven is, heeft mooie klankpatronen en kent veel bijzondere woorden die nergens anders in de Bijbel voorkomen.
Een refrein
In Hooglied klinkt driemaal een soort refrein. Het betreft een eed, een zeer krachtige uitspraak dus, gericht tot ‘de meisjes in Jeruzalem’. Dit refrein sluit telkens een passage af waarin een romantisch en erotisch tafereel wordt opgeroepen. Zo heeft in Hooglied 2
Het refrein lijkt ook steeds een grotere eenheid af te sluiten. Steeds begint deze eenheid met de twee geliefden die elkaar kwijt zijn, en eindigt de eenheid met een scène waarin ze elkaar juist weer gevonden hebben, waarop dan het refrein volgt.
De vertaling in NBV en BGT
In De Nieuwe Bijbelvertaling (NBV, 2004) luidt Hooglied 2:7
De vertaling van dit vers in de Bijbel in Gewone Taal (BGT, 2014) klinkt heel anders: ‘Beloof me, meisjes van Jeruzalem, dat je ons alleen laat zijn in de liefde. Wij zijn net als herten in het bos, we willen met rust gelaten worden.’ Hier is het een oproep om de twee geliefden niet te storen in hun samenzijn.
Uitleg
De uitspraak van het meisje is in het Hebreeuws geformuleerd als een soort eed. Bij een eed wordt vaak (maar niet altijd) een hogere instantie aangeroepen: men zweert ‘bij de Heer’. Maar iemand kan ook zweren ‘bij zijn leven’. En hier wordt een eed uitgesproken ‘bij de gazellen en de hinden op het veld’. Het meisje wil iets afdwingen van degenen die ze toespreekt, ‘de meisjes van Jeruzalem’. De BGT geeft dat duidelijk weer met de imperatief ‘beloof me’.
Centraal in de eed staat ‘de liefde’, maar niet als abstracte term. Het gaat om de liefde zoals de jongen en het meisje die samen vieren, hun samenzijn. Dát moeten de meisjes van Jeruzalem niet ‘wakker maken’ en niet ‘laten opschrikken’. ‘Met deze woordkeus wordt het samenzijn van de twee geliefden als een soort slaap voorgesteld. Het beeld wil zeggen: stoor de geliefden niet in hun afzondering.
Ook de prepositie (‘ad sj) aan het einde van de uitspraak is in de BGT op het eerste gezicht anders vertaald. Traditioneel wordt dit vertaald met ‘voordat…’. Maar hiertegen pleit dat die betekenis maar weinig voorkomt in het Hebreeuws. Een vertaling in de richting van ‘zolang als…’ is sterker en beter. Daarom is vertaald: ‘alleen laat zijn … met rust gelaten worden.’ Het is dus geen waarschuwing voor de toekomst, maar het gaat om het hier en nu.
Wij zijn als herten in het bos
De BGT vertaalt de herten niet als een machtige instantie die wordt aangeroepen, maar als een vergelijking. Met deze vertaling valt veel op zijn plek. Hooglied is een boek met liefdesteksten vol vergelijkingen met elementen uit de natuur, zoals herten. Het ligt dus voor de hand dat ook die herten als vergelijking met de geliefden worden opgevoerd.
Bovendien kent Hooglied weinig terughoudendheid in het uiten van de liefde. Zeker het meisje uit haar liefde ongeremd. Daarbij past haar uitroep: stoor ons niet in onze liefde!
Zoals we zagen, sluit het refrein steeds een passage af. De versie zoals de BGT die biedt, past veel beter bij de passages die met de refreintekst worden afgesloten. Daarmee is dit een logische keuze voor de BGT: het bieden van een heldere en samenhangende tekst is een speerpunt van deze vertaling.
Een sterk beeld
De weergave waar de BGT voor kiest, helpt je ook om beter te begrijpen waarom het meisje hier de gazellen en herten aanroept. Ze zegt als het ware: Denk aan gazellen en herten, die prachtige en sierlijke dieren – ze zijn in een tel verdwenen als je ze stoort of opschrikt. Dus blijf op afstand. Zo is het ook met onze liefde. Laat ons met rust. Verstoor onze idylle niet, zolang die duurt. In de BGT wordt die vergelijking met deze schuwe dieren expliciet gemaakt: ‘we zijn net als herten in het bos, we willen met rust gelaten worden.’
De vertaling
De BGT is een betrouwbare vertaling uit de Hebreeuwse en Griekse grondteksten, gemaakt door vertalers van het Nederlands Bijbelgenootschap. Deze vertaling gebruikt zo veel mogelijk gewone woorden, en korte en goedlopende zinnen. Eén van de meest in het oog springende kenmerken van de BGT is hoe er omgegaan is met beeldspraak. Dat is ook in Hooglied goed merkbaar. Hooglied 2:7
Nieuwe inzichten
Veel vertaalkwesties zijn niet zwart-wit. Soms kunnen meerdere interpretaties van een tekst naast elkaar bestaan, zoals in de tekst uit Hooglied die hier is besproken. Het belangrijkste is dat vertalers zich bewust zijn van de verschillende mogelijkheden en een weloverwogen keuze maken, die past bij het type vertaling waar ze aan werken.
Vertalen is een ontzettend mooi, maar ook een moeilijk vak. Dankzij doorgaand, grondig taal- en Bijbelonderzoek ontstaan er nog steeds nieuwe inzichten. Hierdoor kunnen vertalingen van elkaar verschillen. Soms roept dat verwarring op, maar het kan uiteindelijk ook juist verfrissend zijn. Door nieuwe inzichten en vertalingen kan een tekst opnieuw gaan leven voor Bijbellezers en komt de Bijbel dichtbij!
Drs. Roelien Smit werkt als wetenschappelijk medewerker Bijbelgebruik bij het Nederlands Bijbelgenootschap en heeft als oudtestamenticus meegewerkt aan de Bijbel in Gewone Taal. Deze blog is eerder verschenen op pthu.nl/Bijbelblog.
Verder lezen:
B.P. Gault, “A ‘Do Not Disturb’ sign? Reexamining the Adjuration Refrain in Song of Songs”, in: Journal for the Study of the Old Testament 36.1 (2011), 93-104.
M.J. de Jong, Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal?, 2014.
G.S. Ogden en L. Zogbo, A Handbook on the Song of Songs, 1998.
Y. Zakovitch, Das Hohelied (Herders Theologische Kommentar zum Alten Testament), 2004.
‘Hooglied’, deBijbel.nl (https://www.deBijbel.nl/onderwerpen/s/hooglied/1921), geraadpleegd op 20 mei 2015.