Is de tekst van de Bijbel goed overgeleverd?
Overlevering
Lang geleden zijn de afzonderlijke Bijbelboeken geschreven. Het is omstreden hoe en wanneer dat precies gebeurde. In elk geval is duidelijk dat de Bijbelboeken daarna steeds weer opnieuw overgeschreven werden. Dat gebeurde in de loop van de eeuwen duizenden keren. Wie iets overschrijft maakt fouten en het geval wil dat fouten soms niet als fout herkenbaar zijn, omdat ze per ongeluk een leesbare tekst opleverden. Bovendien probeerde men soms bewust of onbewust moeilijkheden in de tekst te verbeteren. Dit alles had als gevolg dat de teksten in variatie zijn overgeleverd, d.w.z. dat er tussen verschillende handschriften tal van verschillen (betekenisvolle en niet betekenisvolle) bestaan.
Voordat we kunnen spreken over goede of niet-goede overlevering, moeten we eerst weten wat overlevering precies is. Wat bedoelen we met het woord ‘overlevering’? De nieuwe van Dale (15e herziene editie, 2015) definieert het als volgt:
Het overleveren, m.n. het overgeven of voortplanten van een verhaal, mening, instelling enz. van het ene geslacht op het andere: mondelinge, schriftelijke overlevering;
Daarbij wordt het begrip ‘overleveren’ uitgelegd als:
van mond tot mond doen gaan, aan een volgend geslacht doen weten
Afgezien van moderne overleveringsvormen door middel van beeld en geluid (die aan de definitie nog hadden kunnen worden toegevoegd), is de overlevering van de Bijbel altijd op mondelinge en schriftelijke wijze gebeurd. In lijn met de vraag concentreren we ons op de schriftelijke overlevering van de Bijbel.
Nu we het begrip ‘overlevering’ enigszins helder hebben, is het van belang om de vraag te beantwoorden wanneer je over een goede overlevering kunt spreken. Hierover bestaan veel misverstanden. Vaak wordt gedacht dat iets alleen goed is overgeleverd, wanneer iets foutloos (letter voor letter zónder enig verschil) is overgeleverd, zeker wanneer het ‘Gods Woord’ betreft. Uiteraard zal ik de mening niet betwisten dat een dergelijke foutloze overlevering een goede overlevering is. De vraag is echter of we goede overlevering tot foutloze overlevering kunnen en moeten willen beperken. Een alledaags voorbeeld:
Een agent die notities maakt van een gesprek met een getuige, werkt die uit op het bureau in een proces-verbaal. Dit proces-verbaal bevat echter niet exact de woorden die de getuige in kwestie heeft gesproken. Van dit proces verbaal moet echter wel worden verwacht dat het datgene wat de getuige gezien heeft, zo nauwkeurig mogelijk verwoordt. Wanneer de agent dat laatste goed heeft gedaan, zal het verslag worden gebruikt in de verdere afhandeling van de zaak, ondanks het feit dat hij of zij niet letterlijk de woorden van de getuige heeft opgeschreven.
Toegepast op de Bijbel zijn er enkele overwegingen die ons noodzaken om ‘goede overlevering’ los te maken van volkomen (letterlijke) eensluidendheid en te verbinden met inhoud.
1) Citaten uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament laten zien dat men zich niet zozeer om de exacte letter bekommerde, maar wel om de inhoud en uitleg van deze citaten. Bovendien gebruikten de schrijvers van het Nieuwe Testament vaak de Septuaginta (een oude Griekse vertaling van het Oude Testament), die soms behoorlijk afwijkt van de Hebreeuwse tekst zoals wij die kennen.
Een voorbeeld: In de brief aan de Hebreeën wordt Jeremia 38
2) De verplichting tot foutloze overlevering zou betekenen dat de Bijbel nooit vertaald zou mogen worden. Maar al heel vroeg ging men ertoe over om het Hebreeuwse Oude Testament en het Griekse Nieuwe Testament te vertalen in andere talen (zie banner 2). Daar had men kennelijk geen bezwaar tegen. Bovendien blijkt in de kerkgeschiedenis keer op keer dat het vertalen van de Bijbel de manier is om het Evangelie te verspreiden.
3) Het zou de mogelijkheid tot uitleg de das omdoen, omdat dit de foutloosheid van de overlevering zou kunnen aantasten. Wanneer alleen een tekst die tot in de laatste punt letterlijk is overgeleverd acceptabel is als goede overlevering, dan doet elke vorm van uitleg in andere woorden (zoals preken, commentaren, etc.) afbreuk aan deze overlevering. Maar zoals de citaten uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament laten zien heeft men altijd geprobeerd om de teksten te gebruiken en uit te leggen in de concrete werkelijkheid van dat moment.
Ernst Boogert, promovendus Nieuwe Testament PThU Amsterdam
Deze blog is eerder verschenen op www.pthu.nl/Bijbelblog
Fragment van een Pesjitta-handschrift (Syrische vertaling) uit de 5e eeuw na Christus