Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
15 mei 2023Jean-Jacques Suurmond

Hoe vol is de hel?

Die vraag stelt in zijn laatste boek mijn oude professor Nieuwe Testament, Ralph P. Martin. Het woordje ‘hel’ roept bij mij direct visioenen op van schroeiend vuur of, zoals in de Goddelijke komedie van Dante, diepe vrieskou. Ook moet ik denken aan de gelijkenis uit Matteüs 22:1-14, die eindigt met de zin: ‘Velen zijn geroepen, maar slechts weinigen uitverkoren’. Oei, ben ik wel uitverkoren?

Het verhaal gaat over een koning. Hij zendt zijn knechten uit met een uitnodiging voor de bruiloft van zijn zoon, maar de gasten slaan die af. Ze hebben het momenteel te druk. Dat kan gebeuren, niet? Het land moet geploegd, de agenda is vol. En zeg nou zelf, een uitnodiging is toch geen bevel? De koning probeert het nog een keer en stuurt nieuwe dienaren. Hij tracht de mensen lekker te maken met het feestmenu dat druipt van het vet van vers geslacht mestvee. Maar de genodigden vinden dat ze duidelijk genoeg zijn geweest en gaan gewoon verder met hun werk. Als de knechten aan hen blijven trekken, krijgen sommigen er genoeg van en slaan van zich af. Daarop wordt de koning woest en stuurt zijn leger op hen af. Zijn soldaten doden de genodigden en steken hun stad in brand. Nee, de feeststemming wil er niet echt in komen.

De koning stuurt nieuwe dienaren uit, ditmaal om iedereen in stad en land uit te nodigen. Want de bruiloftszaal zal en moet vol. Met mensen die er allemaal hetzelfde uitzien, want ze hebben het verplichte bruiloftskleed aan dat bij de deur wordt uitgereikt. Als de koning zelf statig binnentreedt ziet hij zowaar iemand die anders is, iemand die afwijkt omdat hij het voorgeschreven kleed niet aanheeft. Wat doet de koning? Die reageert gekrenkt, zo kennen we hem inmiddels wel. Razend laat hij de man boeien en in de buitenste duisternis werpen. ‘Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.’

Koning met lange tenen

Voordat Jezus dit verhaal vertelt, horen we over farizeeën die Hem willen grijpen. En direct nadat Hij uitgesproken is, lezen we dat zij overleggen hoe zij Hem in de val kunnen lukken om Hem – in de woorden van de gelijkenis – in de buitenste duisternis te werpen. En die context zou wel eens bepalend kunnen zijn voor een andere lezing van deze gelijkenis dan de gangbare. Schetst Jezus hier misschien – met een kritische noot – de opvattingen van de farizeeën? Die koning met lange tenen, dat is in dat geval God zoals sommige farizeeën hem zien. Zijn knechten, die door de genodigden mishandeld werden, zijn de oude profeten. En dat koninklijke leger, dat waren volgens hen de Babylonische soldaten die vele joden doodden en de stad Jeruzalem platbrandden.

De nieuwe dienaren die de koning daarna naar alle windstreken stuurt, zijn – nog steeds volgens henzelf – de farizeeën. Zij zagen zich als door God gezonden naar de kruispunten van de wegen om aan het gewone volk, zowel slechten als goeden, het geloof te onderwijzen. Maar, zoals wel vaker gebeurt, ze werden daarin soms te enthousiast, wettisch, moralistisch. Volgens hen moest iedereen die op Gods feest wilde komen hetzelfde bruiloftskleed aan. Met andere woorden: alle mensen dienden precies zo te geloven als de farizeeën. Wie daar vraagtekens bij durfde te zetten, zo beweerden zij, wachtte verwerping door God. Deze visie ademt warempel de vrieskou van de hel van Dante, waarin alles star bevroren is.

Maar wie, o wie is dan die intrigerende figuur, de man zonder bruiloftskleed? Dat moet Jezus zelf zijn. Hij trekt zich niets aan van de plicht om hetzelfde bruiloftskleed aan te doen. God is voor hem een God die verscheidenheid viert. Die heeft hij immers zelf geschapen. Zelfs aan een lenteboom is geen blaadje precies gelijk aan het andere. God is geen koning met lange tenen die mensen dwingt om naar zijn feest te komen. Hij wil mensen niet in hetzelfde keurslijf persen – zelfs niet als dat een bruiloftskleed is.

Schroeiende eenzaamheid

Jezus richt zich tot de farizeeën als Hij zegt:

‘Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren’.

Matteüs 22:14

Ze werden geroepen om het geloof te verbreiden, maar gingen soms zo ver dat het ten koste ging van anderen. Het schaadde ook henzelf. Want als je je zozeer hult in het kleed van een collectieve overtuiging dat je als unieke persoon verdwijnt, wat blijft er dan nog van je over? Waar blijft je eigen kleur? Waar blijft je gave aan de wereld die alleen jij kunt geven?

Het is een pijnlijk voorrecht om uitverkoren te zijn. Je kunt uitgeworpen worden omdat je, net als Jezus, je niet laat intimideren door dominante mensen en machten, maar trouw blijft aan jezelf. Dat kan schroeiend eenzaam maken, totdat je beseft dat je dichter bij God komt dan ooit.

Zoals een oude mysticus zei: ‘Ik ben liever met Christus in de hel, dan zonder hem in de hemel.’

Jean-Jacques Suurmond is emeritus-predikant van de Protestantse Kerk in Nederland en coach. Recent verscheen van hem een vertaling en bewerking van de klassieker ‘Mystiek’ van Evelyn Underhill.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons