Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
24 augustus 2020Jesse van Melle

Heb jij jezelf lief?

Wanneer loop je met een boog om iemand heen? Als hij gevaarlijk is? Als zij besmettelijk is? Loop je met een boog om iemand heen omdat je niet met die persoon geassocieerd wilt worden? Is er ooit iemand met een boog om jou heen gelopen?

Aanstaande zaterdag is de Muskathlon@home, een event waarbij mensen in het hele land sporten voor een ander. Hardlopend, fietsend of zwemmend halen de sporters geld op voor vervolgde christenen en kinderen in extreme armoede. Voor mij staat deze hele week daarom in het teken van gerechtigheid. Gerechtigheid is een prachtige waarde van het koninkrijk van de hemel. Het staat voor ‘het goede doen’. Als kinderen van God omzien naar elkaar. Delen in het lijden en verdriet van onze naasten. Samen strijden tegen onrecht.

In een land waar tienduizenden vrouwen elke dag worden verhandeld voor het plezier van mannen, waar duizenden kinderen naar school gaan zonder eten en waar miljoenen mensen aangeven eenzaam te zijn – ja, ik heb het over Nederland –, is het tijd om in beweging te komen en een hand uit te reiken naar de mensen die gebroken zijn. Edmond Burke zei ooit: Het enige wat het kwaad nodig heeft om te overwinnen is als goede mensen niets doen en aan de zijlijn blijven staan.

Lucas 10

Een van de mooiste verhalen over het liefhebben van mensen vinden we in Lucas 10. In dit Bijbelgedeelte leert de meester van het leven ons een les over het houden van onze naasten:

‘Er kwam een wetgeleerde die hem op de proef wilde stellen. Hij vroeg: “Meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven?” Jezus antwoordde: “Wat staat er in de wet geschreven? Wat leest u daar?” De wetgeleerde antwoordde: “Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw kracht en met heel uw verstand, en uw naaste als uzelf.” “U hebt juist geantwoord,” zei Jezus tegen hem. “Doe dat en u zult leven.” Maar de wetgeleerde wilde zich rechtvaardigen en vroeg aan Jezus: “Wie is mijn naaste?”‘

Ik kan me voorstellen dat Jezus even de tijd nam om goed na te denken over deze vraag. Jezus reageert niet met een hapklaar antwoord, maar met een verhaal:

‘Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten. Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij er met een boog omheen. Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen.’

Onverwachte hoek

Wat een anticlimax! Van beide mannen had ik hoge verwachtingen. Ik was in de veronderstelling dat in ieder geval één man zijn verantwoordelijkheid zou nemen om te helpen. Maar ze hebben geen oog voor de overvallen man. Maar Jezus gaat verder:

‘Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze. Daarna zette hij hem op zijn rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde.’

Nu komt de wedervraag van Jezus: ‘Wie van deze drie is volgens u de naaste geworden van het slachtoffer van de rovers? De wetgeleerde zei: ‘De man die medelijden met hem had.’ ‘Doet u dan voortaan net zo’, is Jezus’ reactie.

Een Samaritaan, de persoon van wie niemand het had verwacht, had medelijden. Hulp kwam vanuit een onverwachte hoek.

De zin ‘Doet u dan voortaan net zo’ triggert mij om in actie te komen. Ja, Jezus, U heeft gelijk! Het is tijd om uw koninkrijk zichtbaar te maken. Dat mensen door onze goede daden U leren kennen. Ik ben klaar met alleen maar toekijken. Ik blijf niet meer langs de zijlijn van het leven staan, afwachtend totdat er iemand anders gaat helpen. Ik wil bewogen zijn met hen die lijden en er voor hen zijn. Er écht voor hen zijn.

‘Heb uw naaste lief als uzelf’, citeert de wetgeleerde. De vraag hierbij is eigenlijk: Heb jij jezelf lief? Heb je naaste lief ALS JEZELF! Voordat we onze naaste liefhebben, is het belangrijk dat we onszelf liefhebben. Dat we aanvaarden wie we werkelijk zijn. Dat we onze imperfecties en fouten omarmen. Dat we weten dat we aanvaard zijn, nog voordat we iets hebben gedaan. Dat we genoeg zijn, nog voordat we iets hebben gezegd. Gerechtigheid zou een vrucht moeten zijn van zelfliefde en niet de voorwaarde om van onszelf te mogen houden. We zouden niet de goedkeuring moeten willen verdienen van God, mensen en onszelf door wat we doen. We zijn genoeg om wie we zijn.

In het beeld van de Samaritaan zie ik het beeld van de verteller van het verhaal. Jezus is in de eerste plaats gekomen voor jou! Hij loopt niet met een boog om je heen. Hij wil wél met je geassocieerd worden. Hij ziet je pijn en je verdriet, en Hij begrijpt dat je bang bent of alleen. Hij komt dichtbij en raakt je aan waar het zeer doet om je wonden te verzorgen. Hij brengt je naar een veilige plek en belooft dat Hij op een dag terugkomt.

Vanuit zijn liefde voor ons mogen we de wereld intrekken. Laten wij in onze scholen, kerken, werkplekken, sportverenigingen, muziekclubs en buurtcentra de mensen zijn die bekend staan om onze goede daden. Spreek positieve woorden, deel van je rijkdom, luister naar het verhaal van de ander en heb de ander lief zoals hij of zij geliefd wil worden. Jij en ik, wij zijn het plan van God om deze gebroken wereld weer heel te maken.

Jesse van Melle, werkt bij de 4e Musketier als teamleider Muskathlon

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons