Genesis 9: na ons (g)een zondvloed?
Door Gert Kwakkel
Komende zondag is Michazondag, de jaarlijkse zondag over gerechtigheid. Dit jaar is het thema: ‘De regenboog: hoop voor mens én dier.’ In de Bijbel verschijnt de regenboog in Genesis 9, toen God na de zondvloed een verbond sloot met alle levende wezens. God beloofde daarbij dat de aarde nooit meer door een zondvloed getroffen zou worden. Welke betekenis zou dat verbond in onze tijd kunnen hebben, nu we steeds beter beseffen dat we op een klimaatcrisis afstevenen?
Daarover zijn de meningen verdeeld. Milieubewuste Bijbellezers noemen het een ‘klimaatverbond’. Ze wijzen erop dat bij dit verbond twee partners zijn: God, maar ook de mens. En de mens is ertoe geroepen, zeggen zij, om zijn kant van dit verbond waar te maken. Dus zó met de aarde om te gaan, dat ze niet wordt overstroomd door de metershoge zeespiegelstijging die klimatologen voor mogelijk houden in de komende eeuwen. Hebben deze Bijbellezers een punt?
Onvoorwaardelijk
Genesis 9 vertelt over een verbond van God met Noach en alle mensen en zelfs met alle dieren. De centrale inhoud ervan is Gods toezegging dat Hij de aarde nooit meer door een zondvloed zal vernietigen. God wijst de regenboog aan als teken om Hem aan deze belofte te herinneren (9:12–16). Dat is een heel krachtige manier om duidelijk te maken dat Hij deze belofte vast en zeker zal nakomen: nooit meer een zondvloed!
Opvallend is dat het verbond van Genesis 9 met alle levende wezens wordt gesloten, dus ook met de dieren. Maar er is nóg een opvallend kenmerk: dat God bij dit verbond geen enkele opdracht aan de andere partij formuleert. Hij noemt geen enkele voorwaarde waaraan de mensen of de dieren moeten voldoen om de vervulling van Gods toezegging veilig te stellen. Zijn belofte dat er nooit meer een zondvloed zal komen is honderd procent onvoorwaardelijk.
Respectvolle omgang
Dat wil niet zeggen dat God niets van de mensen en de dieren verlangt. Dat doet Hij wel degelijk, vlak voordat Hij over het verbond begint te spreken. Hij vraagt een respectvolle, zorgvuldige omgang met het leven van mens en dier. Als het bloed van een mens vergoten wordt, zal Hij genoegdoening eisen van de dader, zelfs als die dader een dier is (9:4–6). Maar nergens zegt God dat de vervulling van zijn belofte afhankelijk is van de gehoorzaamheid van mens en dier aan die opdracht. Als dat wel zo was, zou de aarde ook allang door een tweede zondvloed vernietigd zijn…
Kunnen wij mensen dan alles (inclusief de klimaatsverandering) op z’n beloop laten, omdat God de aarde toch wel in stand houdt? Wie dat denkt, heeft Genesis 9 niet goed begrepen. Dit hoofdstuk laat juist zien hoeveel waarde God aan de aarde hecht. Dat blijkt uit zijn belofte dat Hij nooit meer een zondvloed zal zenden om haar te vernietigen. Het blijkt ook uit het feit dat Hij in Genesis 9 teruggrijpt op wat Hij bij de schepping tegen mensen en dieren gezegd heeft: “Wees vruchtbaar en word talrijk en bevolk de aarde” (9:1 en 7). Ondanks al het kwaad op aarde houdt God vast aan zijn oorspronkelijke intentie voor heel de schepping. Als Hij dat doet, is het onze taak Hem daarin na te volgen. Niet omdat Hij dat als voorwaarde geëist heeft in zijn verbond, maar omdat Hij de mens als zijn evenbeeld heeft gemaakt (9:6).
Prof. dr. Gert Kwakkel
Werkt als hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Kampen en aan de Faculté Jean Calvin in Aix-en-Provence.
In het eerstvolgende nummer van Met Andere Woorden