Gemaskerde vreugde
Door Jos Bielen
We vieren weer liturgie in onze kerken en de aanwezigheid van de vierende gemeenschap ligt niet meer aan strenge banden zoals het de voorbije maanden toch wel was. Dat geeft ademruimte aan een gemeenschap die mekaar gemist heeft. Althans, dat dachten we… Want de eerste zondag dat we de deuren breed openzwaaiden bleek er slechts een handvol over van die gemeenschap… en de tweede zondag werd dat bevestigd. Was de ademnood van de gelovigen dan toch niet zo groot als wij dachten? Of werd de gewoonte om te vieren in de kerk vervangen door een andere activiteit?
‘Er zijn geen vromen meer’
Spontaan kwam mij hierbij de aanhef van psalm 12
Sprankelende ogen
En plots zag ik in de kleine, gemaskerde gemeenschap wél signalen die verwezen naar de vreugde om het opnieuw mogen samenkomen. Mensen zongen achter hun mondmasker alsof hun leven ervan afhing. Zo lang hadden ze niet meer mogen zingen. Na de viering zag ik sprankelende ogen die tevredenheid en geluk uitstraalden omdat we mekaar terug konden ontmoeten… ook al was het met een afstandelijke elleboogstoot.
Psalm 12 is mij heel dierbaar omwille van de beelden die de bidder gebruikt om aan te geven hoe rotsvast we wel op God mogen vertrouwen. Het woord van God wordt omschreven als zo betrouwbaar als gelouterd zilver, als zilver dat zevenmaal door het vuur gegaan is. Daar kun je 100% zeker van zijn dat het echt zilver is.
Gedeelde vreugde
Dus, wat er ook gebeurt, welke maskers andere mensen ons ook doen dragen in de kerk of daarbuiten… de vreugde en het geluk om Gods aanwezigheid in ons leven kan door niets omvergeduwd worden. Onze kerk is op dit moment gemaskerd, om veiligheidsredenen, om mekaar gezond te houden. Maar er is meer nodig om mekaar gezond te houden: we moeten achter de maskers de vreugde leren zien die er leeft bij mensen wanneer ze in de kerk samenkomen om te bidden en te zingen. De vreugde omdat we in een God geloven die – als gelouterd zilver – altijd van ons houdt.
Jos Bielen
Averbode