Drie lessen van een theoloog in een broodjeszaak
‘Wat wil je worden als je later groot bent?’
Weet je nog hoe onbevangen je als kind die vraag kon beantwoorden? Dat je kon kiezen uit alle mogelijke heldhaftige loopbanen en levensdoelen?
Uiteindelijk blijkt het kiezen van een Carrière waar je op je Plek bent toch ingewikkelder dan je als zesjarige dacht. Bij mij in elk geval wel; mijn loopbaan begon wat rommelig.
Ruim vijf jaar werkte ik ergens op een station in Nederland in een broodjeszaak. Ik was student theologie, deed de master voor gemeentepredikant, en ik vond een bijbaantje op een prima afstand van mijn kamer. Ik ging houden van de winkel, de vaste klanten met hun haast en hun rituelen, de geur van vers gebakken roombotercroissants en melkschuim van volle melk.
En ineens werkte ik er al jaren. De winkel en het brood vormden mij, terwijl ik tegelijk ook door mijn opleiding gevormd werd.
En zo leerde ik als theoloog in een broodjeszaak drie lessen:
1. De les over de grappen
Omdat ik opgegroeid ben in een kerkelijke context en dagelijks omringd ben door Bijbels en Bijbelliefhebbers is mijn humor gekleurd en gevoed door een christelijk kader. En hoewel ik me had voorgenomen om tijdens mijn sollicitatiegesprek niet lollig te doen, leerde ik daar en toen mijn eerste les.
De manager van de winkel vroeg hoe mijn theologieopleiding kon bijdragen aan het werk in de winkel. Ik wilde natuurlijk iets vertellen over zelfstandigheid, inzicht en andere algemene eigenschappen, maar in plaats daarvan hoorde ik mezelf zeggen dat ik natuurlijk opgeleid werd tot expert in het breken en delen van brood. Ik moest daar zelf behoorlijk om grijnzen, maar mijn gesprekspartner begreep helemaal niet wat ik zei, en de rest van het gesprek werd redelijk ongemakkelijk.
Les 1: Theologiegrappen zijn alleen grappig binnen een bepaalde context.
2. De les over het brood als metafoor
In de jaren dat ik mijn geld verdiende door brood te bakken, te snijden, te smeren en te verkopen, kreeg ik een andere bril op. De bril van brood. Het viel me ineens op hoe vaak brood voorkomt in de Bijbel.
Ik bid nu anders om het dagelijks brood in het Onzevader. Ik heb medelijden met de leerlingen van Jezus die manden en manden met brood moeten dragen na de wonderbaarlijke spijziging, en bij het stofzuigen van de winkel leek het mengsel van bloem, stof en kruimels op het manna in de woestijn.
Brood als metafoor werkt ook gewoon echt goed. In de winkel kwam een heel uiteenlopend publiek om hetzelfde bescheiden broodje te kopen. Er werd voor mijn neus brood gebroken en gedeeld, getrakteerd en genoten, mensen werden door brood gevoed en gesterkt. Brood als alledaagse basisbehoefte of luxeproduct, als symbool zo veelzijdig als de keuze in beleg.
Les 2: Brood is niet voor niets een goede Bijbelse metafoor.
3. De Echte Les
Nu werk ik bij het Nederlands Bijbelgenootschap. Een baan en organisatie die beter passen bij mijn opleiding, mijn geloof en mijn levensovertuigingen. Daarom had ik verwacht dat ik hier, op deze plek, zoveel meer voeding, verdieping en inspiratie voor mijn geloof zou vinden. Dat mijn manier van Bijbellezen zou veranderen, en dat ik het gevoel zou hebben dat ik hier concreet kan werken aan grote idealen, die ik namen geef als Gerechtigheid en Koninkrijk. En dat is deels ook waar, maar met die verwachting heb ik het werk bij de broodjeszaak tekort gedaan.
Ik zie nu – achteraf gaat alles makkelijker – dat het eigenlijk niet uitmaakt waar je werkt. Want God en geloof zijn niet alleen te vinden in de kerk en in Bijbelwetenschap.
Les 3, de echte les:
God is Levensbrood. Dat wil zeggen: het is God die ons in leven houdt.
Maar ook: God is te vinden in zoiets gewoons en alledaags als brood.
God is te vinden in samen leven en samen eten
en in het gewone werk van onze handen
Mirjam Vos
Heeft theologie gestudeerd en werkt als bureauredacteur bij het Nederlands Bijbelgenootschap.