Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
29 januari 2018

De Bijbelquiz: 6 antwoorden extra toegelicht

En? Bent u tevreden met uw cijfer voor de Grote Bijbelquiz? Ging het zoals u verwacht had? Of waren er toch nog dingen die u niet wist? In deze blog worden zes antwoorden verder toegelicht. Kijk hier voor alle antwoorden.

Tatoeages in de Bijbel (vraag 2)

Wesley Sneijder en Yolanthe Sneijder-Cabau hebben een tatoeage met een Bijbeltekst op hun lichaam. Maar staat er in de Bijbel ook iets over tatoeages? Op twee plekken gebeurt dat inderdaad!
 
In Deuteronomium 14:1 en Leviticus 19:27-28 wordt iets gezegd over ‘tekens in je lichaam kerven’. God verbiedt de Israëlieten om in tijden van rouw het haar bij de slapen weg te scheren, stukken uit hun baard te knippen en tekens in hun lichaam te kerven. Gewoontes die blijkbaar bij andere volken gangbaar waren, maar waarvan God wil dat de Israëlieten er verre van blijven.
Er waren wel andere gebruiken in tijden van rouw. Zo scheurden mensen als teken van rouw hun kleren. Of ze gooiden zand of stof over hun hoofd, en liepen op blote voeten. Soms werd er speciale rouwkleding gedragen, een soort zak van ruwe stof. Lees bijvoorbeeld hoe Jakob rouwt om zijn zoon Jozef, in Genesis 37:31-35.
 
Naast het dragen van rouwkleding bestonden er nog andere rituelen. Zo vastten mensen soms. Of ze klaagden luidkeels, en sloegen zich daarbij op de borst. Er bestonden in de oudheid zelfs speciale beroepsklagers.

Het aantal wijze mannen (vraag 6)

 Hoeveel wijze mannen kwamen er volgens de Bijbel bij het kind Jezus op bezoek? Dacht u ook dat het er drie waren?
 
Het geboorteverhaal van Jezus zoals de meeste mensen dat kennen, staat niet helemaal zo in de Bijbel. Het is vaak een mengeling van de verhalen uit Lucas 2:1-21 en Matteüs 1:18-2:23. In Lucas lezen we over een reis van Nazaret naar Betlehem, herders, engelen en een voerbak. Niets over een stal, of een os en een ezel. In Matteüs wordt verteld over een ster en wijze mannen. Maar nergens staat dat het drie wijze mannen zouden zijn. Wel dat ze drie geschenken meenemen: goud, wierook en mirre. Deze geschenken waren bijzonder en kostbaar. Ze horen bij God of bij een koning, en drukken dus de eerbied van de wijze mannen voor het kindje Jezus uit.

Nikodemus (vraag 16)

 Welke man droeg er mede zorg voor de graflegging van Jezus? Wie is er afgebeeld op het schilderij dat u net zag?
 
In het evangelie volgens Johannes (Johannes 19:38-42) wordt verteld hoe twee mannen zorg willen dragen voor de begrafenis van Jezus: Josef van Arimatea en Nikodemus. Josef zorgt voor een graf, Nikodemus zorgt voor specerijen om Jezus te balsemen.
 
Dat paste helemaal bij de gebruiken in die tijd. Arme mensen werden in een graf in de grond gelegd. Rijke mensen legde men in een privégraf, vaak uitgehakt in een rots. Het lichaam werd gewikkeld in linnen doeken, en gebalsemd met mirre en andere specerijen.
 
Het antwoord ‘Simon van Cyrene’ was misschien een instinker: hij is degene die gedwongen werd het kruis van Jezus te dragen (Matteüs 27:32 en Marcus 15:21).

Bier in de Bijbel (vraag 28)

 Simson was een rechter uit de Bijbel. Daarnaast werd hij ook Nazireeër genoemd. Maar welke regels golden er voor deze bijzondere mensen? In ieder geval mochten ze geen wijn of bier drinken.
 
‘Bier’ is een nieuw woord in Bijbelvertalingen. Tot de Bijbel in Gewone Taal werd er vaak met ‘sterkedrank’ vertaald. Maar ‘bier’ is een betere vertaling, want in het Hebreeuws is een leenwoord uit het Akkadisch gebruikt. En dat woord verwijst naar gerstebier, dat in Babylonië, Assyrië en Egypte een populaire drank was.
 
Het drinken van bier was in de oudheid een goed alternatief voor het drinken van water: de alcohol doodde de schadelijke bacteriën in het water.
Maar bier werd niet alleen gebruikt om de dorst te lessen. Bier was ook een betaalmiddel én een nuttig geneesmiddel. Arbeiders konden hun loon uitbetaald krijgen in liters bier. Wie maagklachten had, werd aangeraden bier te drinken. En bij belangrijke religieuze feestdagen werd bier gedronken.
In de Bijbel wordt een aantal keer gezegd dat iemand ‘geen wijn of bier’ mag drinken. Dat geldt voor priesters die in de tempel moeten werken, en voor mensen die van God een bijzondere taak krijgen, zoals een Nazireeër. Het is een teken dat het om een bijzondere persoon gaat.

 Poeriem (vraag 42)

 Een bekend boek uit het Bijbel is Ester: hier wordt verteld hoe een joodse vrouw koningin wordt. En hoe deze koningin haar volk weet te redden als de rechterhand van koning Ahasveros, de slechte Haman, de Joden wil uitroeien.
Vanwege deze redding is het Poeriemfeest ingesteld (Ester 9:20-32). In de Bijbel worden geen voorschriften voor Poeriem genoemd. Het is tegenwoordig een van de meest uitbundige feesten die joden vieren.
 
Poeriem wordt gevierd op de veertiende dag van de maand adar (februari/maart). Het feest ontleent zijn naam aan het verhaal uit Ester 3:7: Haman, de dienaar van de Perzische koning, werpt het lot (Perzisch: poer) om de datum te bepalen waarop hij de Joden wil uitroeien. Maar Ester, de Joodse vrouw van de koning, en haar pleegvader Mordechai, weten dit plan op tijd te verijdelen.
 
Tijdens het Poeriemfeest wordt deze redding van de ondergang uitbundig gevierd. Op de avond voor het Poeriemfeest vasten de joden, als een herinnering aan het vasten van Ester (Ester 4:15-16). Op het feest zelf wordt in de synagoge het Bijbelboek Ester voorgelezen. Telkens als de naam Haman klinkt, probeert men die te overstemmen met stampvoeten en het lawaai van ratels. Kinderen en volwassenen verkleden zich met maskers en kostuums. Als lekkernij eet men een speciaal soort koekjes, die ‘Hamans-oren’ worden genoemd.

Aramees in de Bijbel (vraag 47)

 Vier vreemd klinkende zinnen: Menee, menee, tekeel, oefarsin; Talita koem; Eloï, Eloï, lema sabachtani en effata! Deze eerste zin verscheen er op de muur bij koning Belsassar. Maar ook de andere drie zinnen komen voor in de Bijbel. Wat ze gemeen hebben, is de taal: ze zijn allemaal Aramees.
 
De boeken van de Bijbel zijn geschreven in het Hebreeuws, het Aramees en het Grieks. De boeken van het Oude Testament werden vooral in het Hebreeuws geschreven, maar een paar gedeelten zijn geschreven in het Aramees: Ezra 4:8-6:18, Ezra 7:12-26, en Daniël 2:4b-7:28. Het Aramees was eeuwenlang te vergelijken met het Engels in onze tijd: het was een internationale taal.
 
Naast deze grotere stukken zijn er ook een paar korte zinnen of uitdrukkingen uit het Aramees in de Bijbel te vinden. In het Oude Testament is dat bijvoorbeeld de zin uit Daniël 5:25: Menee, menee, tekeel oefarsien (gewogen, gewogen en te licht bevonden). Dat bekent dat de dagen van het koningschap van Belsassar geteld zijn, en dat God daar een einde aan gemaakt heeft.
In het Nieuwe Testament staan ook wat Aramese woorden. Vaak betreft het uitspraken van Jezus, zoals het bekende Talita koem (Marcus 5:41, dat betekent: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’), het kruiswoord Eloï, Eloï, lema sabachtani (Marcus 15:34: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’), en effata (Marcus 7:34: ‘Ga open!’). Maar Aramees is ook rabboeni, de titel waarmee Jezus door zijn volgelingen wordt aangesproken. En verder zijn er liturgische formules in het Aramees overgeleverd, zoals maranata.
 
Zo komt deze taal toch vaker in de Bijbel voor dan u misschien dacht.
 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons