De Bijbel in Nederland
‘In de gesprekken met jonge mensen in Amsterdam heb ik de Bijbel herontdekt in zijn complexiteit, maar ook in zijn zeggingskracht.’ Deze uitspraak van Bas van der Graaf siert de omslag van de bundel ‘De Bijbel in Nederland’, een gezamenlijk project van het Nederlands Bijbelgenootschap en de PKN.
Het citaat van Bas van der Graaf vat twee waarnemingen samen die regelmatig terugkeren in de bundel: de Bijbel is geen makkelijk leesvoer, maar blijkt zijn lezers toch steeds weer te voeden, soms op heel verrassende manieren.
Dat de Bijbel complexe materie is, en dus niet zondermeer begrijpelijk of relevant voor de 21e-eeuwse lezer, zal niemand verbazen. Of toch wel? Het is misschien veelbetekenend dat ook – of juist – een doorgewinterde theoloog en predikant opnieuw wordt verrast door de complexiteit van dit oeroude boek. En juist in gesprekken met minder ingewijden, door hun ‘naïeve’ vragen en oprechte verbazing, komt die complexiteit aan het licht. Zo laten de ervaringen van Bas van der Graaf en anderen zien. Ook geroutineerde Bijbellezers blijken er soms ideeën op na te houden over wat er staat, of niet staat, die bij nader inzien niet overeenkomen met de werkelijkheid. De teksten blijken weerbarstiger en ruwer dan we hadden gedacht. Ze zijn, zoals Désanne van Brederode het in haar bijdrage verwoordt, vol ‘tegenstrijdigheden en paradoxen, gelaagdheid, raadsels en ongerijmdheden’. Interessant is dat verschillende auteurs de vervreemding die de Bijbel kan oproepen juist positief waarderen. Juist door zijn vreemdheid biedt de Bijbel een ander perspectief dan het heersende perspectief op de werkelijkheid, zo betoogt Erik Borgman. Een perspectief dat we dringend nodig hebben.
Om de Bijbel die rol te laten spelen, moet wel een brug worden geslagen tussen de mensen van nu en de teksten van toen. Een veelgelezen woord in dat opzicht is ‘context’: niet alleen de oud-oosterse en hellenistische context waarin de Bijbel is ontstaan, maar vooral de context van de huidige lezer. ‘Zonder context geen betekenis’, zo zou je de bijdrage van Peter-Ben Smit kunnen samenvatten. En Willemien van Berkum, Inge Landman en Jacobine Gelderloos delen hun ervaringen met Bijbellezen waarbij de maatschappelijke en persoonlijke context van de lezer een expliciete rol speelt. Hoe zit ik hier? Wat neem ik mee? Waar herken ik mezelf in het Bijbelverhaal? En waar tilt het verhaal me juist boven mezelf uit? Welke nieuwe inzichten ontstaan uit dit samenspel tussen tekst en context, en tot wat voor acties word ik aangemoedigd? Contextueel Bijbellezen staat in Nederland nog in de kinderschoenen, maar de verschillende bijdragen laten zien dat deze benadering op z’n minst het etiket good practice verdient als het om de brugfunctie tussen oude tekst en nieuwe lezer gaat.
Ik sluit met een citaat van Ad van Nieuwpoort: ‘Als wij ons best doen om die teksten zelf aan het woord te laten, merken we telkens dat er iets onvergetelijks gebeurt. Steeds weer ontdekken we, wanneer we echt goed lezen, dat er een nieuwe, ongehoorde wereld opengaat.’
Hoe ‘echt goed lezen’ in zijn werk gaat, en wat voor voorkennis, setting en soort vertaling daarvoor het meest bevorderlijk zijn, daarover verschillen de auteurs geregeld van mening. Maar de ervaring dat het meer dan de moeite waard is, delen ze één voor één.
Deze blog is geschreven door Anne-Mareike Schol-Wetter. Als hoofd Bijbelgebruik is zij onder andere betrokken bij deBijbel.nl, de kinderdienstmethode Bijbel Basics en de ontwikkeling van nieuwe uitgaven.
Bekijk de bundel ‘De Bijbel in Nederland’