De Bijbel bevrijdend gelezen
Xenia Geysemans is Docent Ethiek/RZL aan ArteveldeHogeschool Gent. Universiteitspastor aan Universiteit Antwerpen en Gastdocent Netwerk palliatieve zorg Waasland.
Persoonlijk en in mijn werk is de Bijbel mijn dagelijkse gesprekspartner. Een gesprekspartner die mij uitdaagt en inspireert, maar waar ik als lezer uit de eenentwintigste eeuw én als vrouw ook weleens ruzie mee heb. Dat de Bijbel geen feministisch hoogstandje is, is waarschijnlijk voor niemand schokkend nieuws. Maar tegelijkertijd worstel ik soms juist met de reputatie van de Bijbal als zogenaamd ‘vrouwonvriendelijk’. Is het nou echt zo slecht gesteld met de vrouw in de Bijbel dat ik dit boek beter kan loslaten? Integendeel!
Miss-constructies
Als theoloog en genderwetenschapster ben ik enorm gefascineerd door het thema ‘vrouwen in de Bijbel’. Er is geen enkele andere bijbelse vrouw die zo’n rijke interpretatiegeschiedenis kent als Maria Magdalena. Helaas word ik van de meeste interpretaties niet zo vrolijk. Het valt me op dat lange tijd voornamelijk de seksualiteit van Maria Magdalena werd benadrukt. Om nog maar te zwijgen over de twintigste-eeuwse verhalen waarin zij de geliefde van Jezus en de moeder van zijn kinderen zou zijn. We kennen immers allemaal wel het mysterieuze relaas van De Da Vinci Code…
De Maria Magdalena-kwestie is een van de vele voorbeelden waarin de ‘niet-echt-zo-reflectieve’ patriarchale interpretaties van bijbelse teksten de overhand hebben genomen. De nieuwtestamentische boodschap is an sich niet patriarchaal. Helaas is de geschiedenis van exegese en toe-eigening dat vaak wel. Hoe kunnen we dit corrigeren? Misschien moeten we proberen om datgene wat genegeerd is te herwaarderen en datgene wat onderdrukt is te bevrijden. Is dat niet wat leven in de geest van Christus inhoudt?
Bijbelse buitenbeentjes
Vanuit het inzicht dat interpretatie nooit zuiver objectief is maar altijd ingekleurd wordt door de ervaring, waarden, normen en cultuur van de lezer, poog ik enkele bijbelse buitenbeentjes een herwaardering te geven.
1. De vis-noch-vlees Junia
Paulus heeft het in zijn brief aan de Romeinen over de apostel Junia. Toch werd zij niet gezien als een echte apostel. Vandaar dat men bij latere vertalers de mannelijke naam Junias vindt. In tijden waarin genderneutraliteit hoog in het vaandel gedragen wordt, zouden we ons de vraag kunnen stellen of het iets uitmaakt of het historisch gezien om een man of om een vrouw gaat. Toch wel! Er zijn al zo weinig bijbelverhalen over vrouwen. Bovendien gaat het hier over het apostelschap! Gelukkig merken we in recente vertalingen dat Junia wordt erkend als een vooraanstaande vrouwelijke apostel van de eerste generatie.
2. De machoman Paulus?
Ook Paulus kon niet ontsnappen aan de door mannen gedomineerde exegese. Hij wordt gezien als een vrouwenhater. Toch zien we dat hij allesbehalve een vrouwonvriendelijke mannetjesputter was. Hij gebruikt woorden zoals ‘voedster’, ‘klein kind’ en ‘moeder’ om zijn apostelschap in te vullen. Hij doet dit omdat hij vooral zijn innige genegenheid wil verwoorden. Bovendien loochent hij zwakte niet en doorbreekt hij zo de patriarchale verwachtingen van zijn tijd.
3. De heldin Prisca?
Paulus prijst Prisca en haar man Aquila omwille van hun medearbeid in Christus. Hij schrijft zelfs dat ze voor hem ‘hun leven op het spel hebben gezet’ (Romeinen 16:4). Ze waren bereid om hun gezondheid en veiligheid op te geven voor hun zending.
4. De Samaritaanse femme fatale?
Deze vrouw is zomaar getuige van de zelfopenbaring van Jezus als Messias. Haar waterkruik deert haar niet meer en ze haast zich naar de stad om deze belangrijke getuigenis af te leggen. Er zijn dus duidelijke aanwijzingen van haar apostelschap. Toch is er voornamelijk aandacht besteed aan haar relationeel bewogen leven.
Had je voorgaande figuren al eens door deze ‘bevrijdende bril’ bekeken?
Dubito ergo sum
Geloof draagt bij tot ons geluk en tot ons welzijn. Het maakt het verschil, elke dag opnieuw. Het christelijk geloof verkondigt een boodschap van ware vrijheid en menselijkheid. Toch zijn en blijven ook twijfel en worsteling deel uitmaken van het geloof. Zo is het ook met de Bijbel, de openbaring die in taal werd gegoten. Bij het lezen en interpreteren van de Bijbel is een betrokken houding noodzakelijk. Ik probeer zoveel mogelijk oppervlakkige harmonie of de pick and choose- supermarkthouding te vermijden, en ik laat me uitdagen door verzen die bijvoorbeeld minder in mijn comfortzone liggen. Ik stel me voortdurend de vragen: tot wat voor theologie nodigt deze tekst uit? Wat zegt dit over Gods koninkrijk? Hoe dragen we met deze taal bij aan bevrijding en menswaardigheid van zowel mannen als vrouwen? Het blijft een uitdaging om door het traditioneel – vaak patriarchaal – misbruik van teksten die eigenlijk bevrijdend bedoeld zijn heen te kijken.
Voor alle duidelijkheid: deze blog is geen feministisch betoog, maar een subtiele poging om een minimaal deeltje van de waarheid te ontdekken. Niemand kan immers pretenderen: ‘Ik heb de waarheid in pacht.’ Maar evengoed kan ook niemand zeggen: ‘Er is geen waarheid.’ Door ons blijvend te laten uitdagen door de bijbelse verhalen en met elkaar in gesprek te blijven kunnen we samen ‘tot meer waarheid’ komen.