Bijbelvertalen wereldwijd: een kijkje achter de schermen
Onlangs werden de vertaalstatistieken van 2020 gepubliceerd, met een overzicht van het aantal vertalingen dat is afgerond, maar ook van het aantal vertalingen waaraan nog wordt gewerkt. De vertaling van een volledige Bijbel kost gemiddeld tien tot twaalf jaar. Waarom duurt dit zo lang? En wat komt er zoal bij kijken? Een kijkje achter de schermen van een Bijbelvertaalproject.
De ene sprinkhaan is de andere niet
Markus 1:6, een tekst over Johannes de Doper met zijn mantel van kameelhaar en zijn dieet van sprinkhanen en wilde honing. Een beeld waarbij ik als kind m’n neus optrok, omdat ik me niks kon voorstellen bij het eten van sprinkhanen. Veel later leerde ik juist van dit vers veel over Bijbelvertalen. Want om wat voor sprinkhanen gaat het hier eigenlijk? Gaat het om hetzelfde insect als in Exodus 10:19, een van de bekendste Bijbelverhalen over een sprinkhanenplaag? Ik had er nooit op die manier over nagedacht bij het lezen van Nederlandse Bijbelvertalingen. In het Nederlands is dat ook niet nodig, de vertaling ‘sprinkhaan’ volstaat in beide teksten. En, eerlijk is eerlijk, beide teksten roepen bij de gemiddelde Nederlander een angstig, of in ieder geval niet aantrekkelijk beeld op. Maar in de Ellomwe-taal van Malawi is dat anders.
Ontmoeting met een sprinkhanen-jager
In Malawi is het eten van insecten heel gewoon. Je vindt ze in allerlei soorten en maten op de markt. Vooral dat kleine jongetje met z’n pijl en boog en sprinkhanenverzameling zal ik niet snel vergeten. Onderweg naar een dorp kwamen mijn collega’s en ik hem tegen. En we raakten aan de praat. Over hoe je sprinkhanen met pijl en boog kunt vangen, over de verschillende soorten sprinkhanen, en over welke soorten het lekkerst zijn.
Vertaalbesluiten nemen
Terug op het vertaalkantoor gingen we in gesprek over sprinkhanen in de Bijbel. In welke teksten komen sprinkhanen voor, en welke vertaling is voor welke tekst geschikt? In de Bijbel komen sprinkhanen meestal voor in de context van een plaag (letterlijk en figuurlijk), soms als beeldspraak voor mensen die klein en onbeduidend zijn, en soms als voedsel. Konden we één algemene term gebruiken in al die gevallen? Of moesten we een selectie maken van verschillende soorten sprinkhanen? Tijdens het gesprek werden de Ellomwe-vertalers zich ervan bewust dat er in hun taal een belangrijk onderscheid is. Dat heeft te maken heeft met wat de betreffende sprinkhaan doet: is het de veroorzaker van een vernietigende plaag spreek je over ‘nazombe’, eet je het beestje op dan noem je het ‘muddope’. Die twee woorden met elkaar verwarren zou een vreemde tekst opleveren. En omgekeerd: die twee woorden correct inzetten, maakt de tekst direct duidelijk voor de Ellomwe-bevolking, die zowel ervaring heeft met sprinkhanenplagen als met het eten van sprinkhanen.
Denkwerk en tijd
De ontmoeting met onze kleine sprinkhanen-jager, de discussie op het vertaalkantoor en de uiteindelijke vertaalbeslissing laten iets zien van de complexiteit van het vertaalwerk. Je kunt je voorstellen dat als een schijnbaar eenduidig woord als ‘sprinkhaan’ al de nodige discussie oplevert, voor de vertaling van andere termen en concepten veel meer denkwerk en tijd nodig is. Een grote investering, maar wel eentje die meer dan de moeite waard is, als daarmee uiteindelijk de Bijbeltekst in al zijn rijkdom tot een nieuwe groep mensen kan spreken.
Ilse Visser
International Program Specialist bij het NBG
Meer lezen van Ilse Visser? Lees dan haar blog over de internationale vertaaldag