Alle vlees is gras
‘Alle vlees is gras en al zijn goedertierenheid als een bloem op het veld.’ Dat zijn de woorden van Jesaja 40:6
Met de eerste woorden, ‘alle vlees’, worden de mensen bedoeld. En wat daarin meeklinkt is: sterfelijkheid, vergankelijkheid, mensen zijn sterfelijke wezens. Tegenwoordig betekent ‘vlees’ echt iets anders. Dat koop je bij de slager en je eet het op. Ja, er zijn nog wel een paar uitdrukkingen die herinneren aan die andere betekenis van ‘vlees’, zoals ‘een mens van vlees en bloed’. Maar ‘vlees’ in de betekenis van ‘mensen’ is geen gangbaar Nederlands. Het is traditionele Bijbeltaal.
‘De mensen zijn gras’ – zo zouden wij dat niet snel zeggen. In het Oude Testament staat ‘gras’ vaak voor iets dat kwetsbaar en vergankelijk is: vandaag staat het er, morgen is het weg. In het Nederlands zou je er een vergelijking van maken: ‘Mensen zijn als gras’. Dat woordje ‘als’ staat er trouwens ook in de tweede helft van de zin. Het is duidelijk dat je ook de eerste helft van de zin als een vergelijking moet opvatten.
‘Goedertierenheid’, dat is weer zo’n prachtige traditionele, Bijbelse term. Het is een plechtig woord voor ‘goedheid’. In het Hebreeuws staat hier het woord chèsèd. Het woord chèsèd betekent vaak ‘goedheid’, ‘liefde’ of ‘trouw’. Zeker als het over Gods chèsèd gaat. Als het over mensen gaat, betekent het soms ‘vriendschap’ of ‘solidariteit’. Maar deze tekst is een bijzonder geval. Hier gaat het over de chèsèd van ‘alle vlees’. De chèsèd van sterfelijke mensen in het algemeen. Mensen zijn zo vergankelijk als gras, hun chèsèd is als een bloem op het veld. Wij denken bij bloemen misschien aan schoonheid, bloemenpracht. Maar in het Oude Testament staat een bloem, net als gras, voor iets dat zomaar ineens verdwijnt. Vandaag in bloei, morgen verdord. In deze context past het woord ‘goedertierenheid’ (of ‘goedheid’) eigenlijk niet goed.
We moeten verder kijken. Op welke manieren wordt het woord chèsèd gebruikt in het Oude Testament? Er zijn veel mogelijkheden: goedheid, liefde, trouw, vriendelijkheid, loyaliteit, standvastigheid, kracht. Om alle aspecten van dit Bijbelse begrip goed te dekken, heb je in het Nederlands verschillende woorden nodig. De ene keer betekent het ‘liefde’, de andere keer ‘trouw’ en een derde keer ‘kracht’. Het gaat om verschillende aspecten van dat ene woord chèsèd. In een concrete tekst staat altijd één van de genoemde mogelijkheden centraal. Welke zou dat kunnen zijn in Jesaja 40:6
De mens is als gras en ‘heel zijn kracht’ is als een bloem op het veld. Mensen zijn zo krachtig, zo standvastig als bloemen in het veld. Kijk, dan wordt duidelijk wat dit beeld wil zeggen: Die standvastigheid van mensen stelt niets voor. Mensen zijn net zo zwak en vergankelijk als de bloemen in het gras. Vandaag in bloei, morgen verdord. Zo is de mens. We komen deze gedachte ook tegen in verschillende psalmen, zoals Psalm 90
Toch is dit niet het hele verhaal. Als je verder leest in Jesaja 40
Dat is een troostrijke gedachte. Hier, in Jesaja 40
Zo klinkt de passage in de Bijbel in Gewone Taal:
Je moet zeggen dat de mensen zo zwak zijn als bloemen in het gras. Als de Heer met zijn adem over het gras blaast, dan verdroogt het, en de bloemen gaan dood. Gras verdroogt, bloemen gaan dood, en de mensen zullen sterven. Maar de woorden van onze God verliezen nooit hun kracht.
De woorden die de BGT kiest in Jesaja 40:6
Matthijs de Jong is werkzaam als Bijbelwetenschapper bij het Nederlands Bijbelgenootschap en is een van de vertalers van de Bijbel in Gewone Taal.