9Ontwaak, ontwaak, arm van de HEER,
en bekleed u met kracht!
Ontwaak als in de dagen van weleer,
als in lang vervlogen tijden.
Was u het niet die Rahab vermorzelde,
die het monster doorboorde?
10Was u het niet die de zee drooglegde,
het water van de machtige oervloed,
en een weg baande op de bodem van de zee
waarover het verloste volk kon gaan?
11Wie door de HEER zijn bevrijd, keren terug.
Jubelend komen zij naar Sion,
gekroond met eeuwige vreugde.
Blijdschap en vreugde komen hun tegemoet,
gejammer en verdriet vluchten weg.