Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Donderdag 19 maart

Bijbeltekst(en)

Gelijkenissen over het koninkrijk van de hemel

1Die dag verliet Jezus het huis en ging aan de oever van het meer zitten. 2Er kwam een grote mensenmassa om Hem heen staan, en daarom ging Hij in een boot zitten, terwijl de menigte op de oever bleef. 3Hij sprak in allerlei gelijkenissen tot hen: ‘Een zaaier ging eropuit om te zaaien. 4Tijdens het zaaien viel een deel van het zaad op de weg, en er kwamen vogels die het opaten. 5Een ander deel viel op rotsachtige grond, waar maar weinig aarde was, en het schoot meteen op omdat het niet diep in de grond kon doordringen; 6en toen de zon opkwam verschroeide het, en doordat het geen wortel had droogde het uit. 7Weer een ander deel viel tussen de distels, en toen die opschoten verstikten ze het. 8Maar er viel ook zaad in goede grond, en dat droeg vrucht, deels honderdvoudig, deels zestigvoudig, deels dertigvoudig. 9Laat wie oren heeft goed luisteren!’

10De leerlingen kwamen naar Hem toe en vroegen: ‘Waarom spreekt U in gelijkenissen tot hen?’ 11Hij antwoordde: ‘Het is jullie gegeven de geheimen van het koninkrijk van de hemel te kennen, maar hun niet. 12Want wie heeft, hem zal nog meer gegeven worden, en wel in overvloed; maar wie niets heeft, hem zal zelfs het laatste worden ontnomen. 13Dit is de reden waarom Ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen. 14In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling: “Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen, en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben. 15Want het hart van dit volk is afgestompt, hun oren zijn doof en hun ogen houden zij gesloten. Met hun ogen willen ze niets zien, met hun oren niets horen, met hun hart niets begrijpen. Want anders zouden ze tot inkeer komen en zou Ik hen genezen.” 16Gelukkig zijn jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen! 17Want Ik verzeker jullie: vele profeten en rechtvaardigen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en te horen wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen.

Matteüs 13:1-17NBV21Open in de Bijbel

In de tekst van vandaag lezen we de eerste van een serie gelijkenissen over het koninkrijk van de hemel. Het gaat daarbij steeds om twee vragen: wat kenmerkt dat koninkrijk, en hoe kun je erop reageren? Elke gelijkenis belicht een andere kant van deze vragen. Maar waarom gebruikt Jezus eigenlijk steeds gelijkenissen om iets over het koninkrijk duidelijk te maken? Zelfs de leerlingen begrijpen dat niet. Jezus legt uit dat dit te maken heeft met de houding van de mensen. Of je het nieuws van het koninkrijk begrijpt, hangt niet af van de taal of de beelden waarin het wordt verteld. Het hangt ervan af of je het wilt begrijpen. Ook de leerlingen begrijpen de gelijkenissen niet meteen, maar ze vragen door, en ze zijn bereid om naar Jezus’ uitleg te luisteren.

Vraag: Wat doet u als u een Bijbeltekst niet meteen begrijpt?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons