Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Een reis in het ongewisse

En Jona maakte zich gereed, maar vluchtte naar Tarsis, weg van de HEER. Hij ging naar Jafo en vond er een schip met bestemming Tarsis. Hij betaalde de overtocht en ging aan boord om mee te varen naar Tarsis, weg van de HEER. - Jona 1:3

Bijbeltekst(en)

Jona 1

1De HEER richtte zich tot Jona, de zoon van Amittai: 2‘Maak je gereed en ga naar Nineve, die grote stad, om haar aan te klagen, want Ik heb gezien hoe haar inwoners zich misdragen.’ 3En Jona maakte zich gereed, maar vluchtte naar Tarsis, weg van de HEER. Hij ging naar Jafo en vond er een schip met bestemming Tarsis. Hij betaalde de overtocht en ging aan boord om mee te varen naar Tarsis, weg van de HEER.

Jona 1:1-3NBV21Open in de Bijbel

Als kind al vond ik met een boot naar de overzijde varen een groot avontuur. De hele tocht van Den Helder naar Oudeschild op Texel keek ik over de reling naar het kleurenpalet van de Waddenzee en droomde ik weg.

Als Jona op een vrachtboot vanuit Jafo vertrekt, gaat hij niet op een plezierreisje. Zijn doel is niet vergezichten te zien, de kusten van Cyprus, Kreta en Sicilië te bewonderen of mensen te ontmoeten voor een levenslange vriendschap. Net als mensen die nu in rubberbootjes de Middellandse Zee oversteken dat niet doen om van het uitzicht te genieten.

Net als zij kan Jona niet meer terug. Hij is weggevlucht voor de ontmoeting met God en hij is op de loop voor zijn opdracht. ‘Hij ging naar Jafo,’ zo vertaalt de NBV21. Het Hebreeuwse werkwoord in dit zinnetje betekent eigenlijk: afdalen. Jona daalt letterlijk af van het hoger gelegen Jeruzalem. Dit afdalen is ook een afdwalen. Jona vervreemdt zich van zijn oorsprong en achtergrond. Om zijn hachje te redden is hij bereid dat alles op te geven.

Na betaling ‘ging hij aan boord’. Opnieuw staat hier het Hebreeuwse werkwoord voor ‘afdalen’. Jona daalt af van de kade in het schip, maar daarmee dwaalt hij steeds verder weg. De overtocht kan beginnen.

Er zijn fasen in het mensenleven die aanvoelen als een reis in het ongewisse. Je moet verder, maar weet niet wat de reis je zal brengen of welke ontmoetingen je te wachten staan. De grote vraag is dan: waar vertrouw je op?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.7
Volg ons