David en Goliat – 3 mei
Bijbeltekst(en)
1 Samuel 17
1 Samuel 17
Goliat is een indrukwekkende verschijning. Hij is bijna 3 meter lang. Als je bedenkt dat de meeste mensen in de tijd van de Bijbel ongeveer 1.60 meter waren, kun je wel begrijpen waarom hij een reus wordt genoemd.
Wanneer David bij het leger komt, wordt hij naar Saul gebracht. Het eerste wat David zegt, is: ‘U moet niet bang zijn…’ (vers 32). Het staat in schril contrast met vers 11, waar staat dat Saul doodsbang is. David wil niet dat Saul de moed verliest vanwege die ene Filistijn. David zegt dat híj wel met Goliat wil vechten.
David vertelt over zijn ervaring als herder. Hij wil daarmee laten zien waar hij goed in is. Voor David zit het verschil tussen hem en Goliat niet in grootte en wapens. Nee, David vertrouwt erop dat God hem hierbij zal helpen, net als bij zijn gevechten met leeuwen en beren.
Davids vertrouwen op God betekent niet dat hij erop rekent dat God hem helpt ómdat hij zwak of kansloos is, maar dat hij erop rekent dat God hem helpt bij wat hij kan doen.
Vraag: Welke reuzen kom jij tegen in je leven? Wie of wat helpt jou om die reuzen tegemoet te treden?
