Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Paradijs… | 8/14

Bijbeltekst(en)

Hooglied 4

12Zusje, bruid,

een besloten hof ben jij,

een gesloten tuin,

een verzegelde bron.

13Aan jou ontspruit een boomgaard vol granaatappels,

met een overvloed aan vruchten,

hennabloemen, nardusplanten,

14nardus en saffraan, kalmoes en kaneel,

wierookbomen, allerlei soorten,

mirre, aloë,

balsems, allerfijnst.

15Je bent een bron omringd door tuinen,

een wel van levend water,

een bergbeek van de Libanon.

Zij

16Ontwaak, noordenwind! Kom, zuidenwind!

Waai door mijn hof,

laat zijn balsems geuren.

Mijn lief moet in zijn hof komen,

laat hij daar zijn zoete vruchten proeven.

Hooglied 5

Hij

1Hier ben ik in mijn hof,

zusje, bruid van mij.

Ik pluk mijn mirre en mijn balsem,

ik eet mijn honing uit mijn honingraat,

ik drink mijn melk en mijn wijn.

Meisjes

Eet, vriend en vriendin!

Drink, en word dronken van liefde!

*

Hooglied 4:12-5:1NBV21Open in de Bijbel

Het meisje wordt hier vergeleken met een tuin. De tuin heeft heerlijke vruchten, en zij stelt zich open, zodat haar partner ervan kan proeven. Ze genieten er samen van! De prachtige tuin staat symbool voor perfect, intiem samenzijn met respect en liefde.  De tuin doet ook denken aan de eerste tuin, waarover wordt gesproken in Genesis 1. God en de mens ontmoetten elkaar daar zonder schaamte en schuld. De mens was naakt en kwetsbaar, maar toch in harmonie met God. Ook in Openbaring 22 wordt gesproken over de tuin van God, waar de mens de vruchten van de levensboom mogen plukken.  

Wanneer verhindert schaamte je om je voor God open te (kunnen) stellen?   

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.23.1
Volg ons