Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Geduld - Jakobus 5:7-8

Bijbeltekst(en)

Jakobus 5

Bemoediging en raadgevingen

7Heb geduld, broeders en zusters, tot de Heer komt. Denk eens aan de boer, die geduldig blijft wachten op de kostbare opbrengst van zijn land, tot de regens van najaar en voorjaar zijn gevallen. 8Wees net zo geduldig en houd moed, want de Heer zal spoedig komen.

Jakobus 5:7-8NBV21Open in de Bijbel

Genesis 24

50Laban en Betuel antwoordden: ‘De HEER heeft dit alles zo beschikt. Hoe zouden wij er dan tegenin kunnen gaan? 51Hier is Rebekka. Neem haar met u mee en laat haar de vrouw worden van de zoon van uw meester, zoals de HEER het wil.’ 52Bij het horen van dat antwoord boog Abrahams knecht zich diep neer voor de HEER. 53Hierna haalde hij zilveren en gouden sieraden en kledingstukken tevoorschijn en gaf ze aan Rebekka. Ook haar broer en haar moeder gaf hij kostbare geschenken. 54En nadat hij en zijn metgezellen gegeten en gedronken hadden overnachtten ze daar.

Zodra ze de volgende morgen waren opgestaan, zei hij dat hij nu graag terug wilde gaan naar zijn meester. 55Maar Rebekka’s broer en haar moeder zeiden: ‘Laat het meisje nog een dag of tien bij ons blijven, daarna mag ze met u mee.’ 56Hij antwoordde echter: ‘Houd mij niet op nu de HEER mij heeft laten slagen. Sta me toe te vertrekken en terug te gaan naar mijn meester.’ 57‘Laten we het meisje zelf roepen,’ zeiden ze, ‘en haar vragen wat zij wil.’ 58Dus riepen ze Rebekka en vroegen haar: ‘Wil je met deze man meegaan?’ ‘Ja,’ antwoordde ze. 59Toen namen de familieleden afscheid van Rebekka, en ook van haar voedster en van Abrahams knecht en zijn mannen. 60Daarbij zegenden ze hun zus Rebekka met de woorden: ‘Wij wensen jou duizend maal tienduizend nazaten toe, en moge de stad van de vijand hun in handen vallen.’ 61Rebekka en haar dienaressen maakten zich gereed, bestegen de kamelen en reden achter de knecht aan. Zo vertrok hij, met Rebekka.

Genesis 24:50-61NBV21Open in de Bijbel

Misschien ken je het liedje wel: ‘Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw’. Dat klinkt nogal… passief, vind je niet? Het lijkt haast het tegenovergestelde van wat we tot nu toe hebben gelezen, waarbij we juist werden opgeroepen om in actie te komen.
Toch moeten we dit liedje, en ook de tekst uit Jakobus 5, niet verkeerd begrijpen. Ja, er gaat troost uit van de belofte dat God alles nieuw zal maken. En nee, dat betekent niet dat we met onze armen over elkaar kunnen wachten tot het zover is. De metafoor die Jakobus gebruikt laat dat perfect zien. Een boer is inderdaad van God afhankelijk voor de regen en hij kan zijn gewassen niet dwingen om harder te groeien, maar hij moet wel degelijk zelf werk verzetten om ervoor te zorgen dat er überhaupt een kans is op een oogst. Hij bereidt de grond voor, hij zaait en hij zorgt voor goede omstandigheden zonder ongedierte en onkruid. Hij heeft de uitkomst niet zelf in de hand – maar als hij niet zaait, kan God hem geen oogst geven.
Zo is het ook bij ons. We mogen blijven schoffelen, zaaien en wieden, terwijl we ondertussen geduldig wachten en hoopvol uitzien naar die ene grote dag.

Ben jij van nature meer geneigd om te ‘schoffelen’ of om stilletjes te wachten? Lukt het jou om geduldig te zijn?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.38.0
Volg ons