Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Financiële onzekerheid - Handelingen 19:23-40

Bijbeltekst(en)

Handelingen 19

Volksoproer in Efeze

23Omstreeks die tijd ontstond er grote opschudding naar aanleiding van de Weg. 24Dat kwam door een zekere Demetrius, een zilversmid die Artemistempeltjes vervaardigde en zo zijn ambachtslieden een ruim inkomen verschafte. 25Hij riep hen en de arbeiders die bij de werkzaamheden betrokken waren bijeen en zei tegen hen: ‘Mannen, jullie weten dat onze welvaart afhankelijk is van dit werk. 26Maar jullie hebben uiteraard ook gemerkt dat Paulus niet alleen in Efeze, maar in bijna heel Asia een grote groep mensen heeft weten te overtuigen van zijn opvatting dat goden die door mensenhanden worden gemaakt geen goden zijn. 27Daardoor dreigt niet alleen ons beroep in diskrediet te raken, maar bestaat ook het gevaar dat de tempel van de grote godin Artemis in aanzien zal dalen en dat zijzelf, die in heel Asia en overal ter wereld wordt vereerd, van haar luister zal worden beroofd.’ 28Bij het horen van deze woorden ontstaken zijn toehoorders in hevige woede en barstten los in geschreeuw: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ 29De hele stad raakte in rep en roer. De menigte liep te hoop bij het theater en sleurde Gajus en Aristarchus mee, twee Macedonische reisgenoten van Paulus. 30Paulus wilde zich onder de menigte begeven, maar de leerlingen weerhielden hem daarvan. 31Bovendien stuurden enkele hoge functionarissen, die hem vriendschappelijk gezind waren, een boodschap naar hem met het dringende advies om niet naar het theater te gaan. 32Daar schreeuwde de menigte inmiddels van alles door elkaar, want er heerste grote verwarring en de meeste mensen wisten niet eens waarom ze bijeengekomen waren. 33De Joden duwden Alexander naar voren, die van sommigen uit de menigte tekst en uitleg kreeg; met een handgebaar gaf hij te kennen dat hij een verdedigingsrede wilde houden voor het volk. 34Maar toen men merkte dat hij een Jood was, hief de menigte de kreet aan: ‘Groot is de Artemis van Efeze!’ Dit geschreeuw hield wel twee uur aan.

35Uiteindelijk bracht de stadssecretaris de menigte tot bedaren. Hij zei: ‘Efeziërs, er is toch geen mens die niet weet dat onze stad de zorg draagt voor de tempel van de grote Artemis en voor het beeld dat uit de hemel gekomen is? 36Niemand kan dat feit ontkennen; daarom moet u kalm blijven en niet onbezonnen te werk gaan. 37De mannen die u hierheen hebt gebracht, zijn immers geen tempelschenners en belasteren evenmin onze godin. 38Mochten Demetrius en zijn ambachtslieden met iemand een geschil hebben, dan bestaan daar rechtszittingen en proconsuls voor; laten ze dan maar een aanklacht indienen. 39Als er daarbuiten nog iets anders is dat u wenst, zal dat op een officiële volksvergadering behandeld worden. 40We lopen toch al het gevaar dat we ter verantwoording worden geroepen voor het oproer van vandaag, daar we deze onlusten op geen enkele manier kunnen goedpraten.’ Na deze woorden maakte hij een einde aan de bijeenkomst.

Handelingen 19:23-40NBV21Open in de Bijbel

Genesis 24

50Laban en Betuel antwoordden: ‘De HEER heeft dit alles zo beschikt. Hoe zouden wij er dan tegenin kunnen gaan? 51Hier is Rebekka. Neem haar met u mee en laat haar de vrouw worden van de zoon van uw meester, zoals de HEER het wil.’ 52Bij het horen van dat antwoord boog Abrahams knecht zich diep neer voor de HEER. 53Hierna haalde hij zilveren en gouden sieraden en kledingstukken tevoorschijn en gaf ze aan Rebekka. Ook haar broer en haar moeder gaf hij kostbare geschenken. 54En nadat hij en zijn metgezellen gegeten en gedronken hadden overnachtten ze daar.

Zodra ze de volgende morgen waren opgestaan, zei hij dat hij nu graag terug wilde gaan naar zijn meester. 55Maar Rebekka’s broer en haar moeder zeiden: ‘Laat het meisje nog een dag of tien bij ons blijven, daarna mag ze met u mee.’ 56Hij antwoordde echter: ‘Houd mij niet op nu de HEER mij heeft laten slagen. Sta me toe te vertrekken en terug te gaan naar mijn meester.’ 57‘Laten we het meisje zelf roepen,’ zeiden ze, ‘en haar vragen wat zij wil.’ 58Dus riepen ze Rebekka en vroegen haar: ‘Wil je met deze man meegaan?’ ‘Ja,’ antwoordde ze. 59Toen namen de familieleden afscheid van Rebekka, en ook van haar voedster en van Abrahams knecht en zijn mannen. 60Daarbij zegenden ze hun zus Rebekka met de woorden: ‘Wij wensen jou duizend maal tienduizend nazaten toe, en moge de stad van de vijand hun in handen vallen.’ 61Rebekka en haar dienaressen maakten zich gereed, bestegen de kamelen en reden achter de knecht aan. Zo vertrok hij, met Rebekka.

Genesis 24:50-61NBV21Open in de Bijbel

In het Romeinse rijk had iedere stad een speciale god of godin. De mensen in Efeze hadden een bijzondere band met de godin Artemis. Ze geloofden dat Artemis de stad beschermde en vereerden haar in haar beroemde tempel.
Financiële onzekerheid kan mensen veel stress en angst bezorgen. Doordat Paulus in heel Asia vertelt dat er maar één ware God is, en omdat deze boodschap aanslaat, vrezen de makers van de afgodsbeeldjes dat zij minder inkomsten zullen hebben. In plaats van naar het verhaal van Paulus te luisteren, denkt de beeldjesmaker Demetrius vooral aan het verlies van geld. Hij mist daardoor de boodschap van Jezus, waardoor zijn leven gered zou worden.

Demetrius denkt vooral aan zijn handel en geld en mist daardoor de boodschap dat Jezus hem vrede en eeuwig leven aanbiedt. Herken je dat aardse dingen soms in de weg staan om de boodschap van God te ontvangen? 

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons