Lievelingetjes? - Deuteronomium 33:13-21


Bijbeltekst(en)
Deuteronomium 33
In Genesis lezen we dat Jozef en Benjamin de zonen waren die Jakob kreeg met zijn lievelingsvrouw Rachel. Daarom hield Jakob meer van hen dan van zijn andere zonen. Hierdoor was er felle jaloezie tussen de verschillende zonen. Dit had uiteindelijk als resultaat dat Jakobs nageslacht in Egypte ging wonen. In vers 12 wordt opnieuw bij de stam Benjamin gezegd dat God het meest van de mensen in deze stam houdt! Toch zal het in de toekomst (Rechters 19-21) niet goed gaan met deze stam.
Worden mensen in jouw omgeving weleens voorgetrokken? Wat doet dit met jou?
