Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap
Dagvers | Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

Wie is je vader? - Johannes 8:31-47

Bijbeltekst(en)

Johannes 8

31En tegen de Joden die in Hem geloofden zei Jezus: ‘Wanneer u blijft vasthouden aan wat Ik zeg, bent u werkelijk mijn leerlingen. 32U zult de waarheid kennen, en de waarheid zal u bevrijden.’ 33Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt U dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?’ 34Jezus antwoordde: ‘Werkelijk, Ik verzeker u, iedereen die zondigt is een slaaf van de zonde. 35Een slaaf blijft niet voor eeuwig in huis, maar de Zoon blijft voor eeuwig. 36Wanneer de Zoon u vrij zal maken, zult u werkelijk vrij zijn.

37Ik weet wel dat u nakomelingen van Abraham bent. Toch wilt u Mij doden, omdat er in u geen ruimte is voor wat Ik zeg. 38Ik spreek over wat Ik gezien heb bij mijn Vader, u doet wat u gehoord hebt van uw vader.’ 39‘Onze vader is Abraham,’ zeiden ze. Maar Jezus zei: ‘Als u echt kinderen van Abraham bent, zou u moeten doen wat Abraham deed. 40Maar nee, u wilt Mij, iemand die u de waarheid heeft gezegd die Hij van God gehoord heeft, doden – zoiets heeft Abraham niet gedaan. 41Maar u doet inderdaad wat úw vader deed!’ Ze zeiden: ‘Wij zijn geen bastaardkinderen! We hebben maar één Vader: God.’ 42‘Als God uw Vader was,’ zei Jezus tegen hen, ‘zou u Mij liefhebben, want Ik ben bij God vandaan gekomen toen Ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. 43Waarom begrijpt u niet wat Ik zeg? Omdat u mijn woorden niet kunt aanhoren. 44Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. 45Maar Mij gelooft u niet, want Ik spreek de waarheid. 46Kan een van u Mij van zonde beschuldigen? Als Ik de waarheid spreek, waarom gelooft u Me dan niet? 47Wie van God is, luistert naar de woorden van God. U luistert niet, omdat u niet van God bent.’

Johannes 8:31-47NBV21Open in de Bijbel

Hij heeft een aardje naar zijn vaartje, luidt het spreekwoord. Soms is het leuk om op je ouders te lijken, maar soms ook niet. Het hangt ervan af welke eigenschappen je van je ouders herkent bij jezelf. Soms kan het ook handig zijn als anderen je herkennen als ‘kind van’, het geeft je een bepaald aanzien of voordeel in het leven. Jezus beschuldigt de mensen ervan dat ze vooral dat laatste belangrijk vinden in hun afstamming van Abraham: ze vertrouwen alleen op de positie die ze daarmee hebben gekregen. Maar het gaat om Abrahams geloof: hij vertrouwde op God en ging op weg naar ‘bestemming onbekend’, terwijl de mensen met wie Jezus is gesprek is juist niet geloven.

Waarin lijk jij op je ouders? Hoe vind je dat?

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons