Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

1 Geloofsheld Abraham

Bijbeltekst(en)

Abram naar Kanaän

1De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen.

2Ik zal je tot een groot volk maken,

Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven,

een bron van zegen zul je zijn.

3Ik zal zegenen wie jou zegenen,

wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken.

In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.’

4-5Abram trok weg uit Charan, zoals de HEER hem had opgedragen, en Lot, de zoon van zijn broer, ging met hem mee. Abram was toen vijfenzeventig jaar. Hij nam zijn vrouw Sarai mee en alle bezittingen die ze hadden verworven en de slaven en slavinnen die ze in Charan hadden verkregen. Zo gingen ze op weg naar Kanaän. Toen ze daar waren aangekomen,

Genesis 12:1-5NBV21Open in de Bijbel

‘Ik ben de God van Abraham, Isaak en Jakob,’ klinkt steeds weer de stem van God als rode draad door het Oude Testament (Exodus 3:6). Het verhaal over het volk van Israël, Gods uitverkoren volk, begint allemaal bij de roeping van Abram. God roept hem om zijn familie te verlaten, om op een nieuwe plek een volk te beginnen.

Maar… Abram en zijn vrouw kunnen geen kinderen krijgen. Toch belooft God hun een ontelbaar nageslacht. God sluit een verbond met Abraham, wat werd bezegeld met de besnijdenis. De naam Abraham betekent ‘vader van vele volken’. Het is de naam die God aan Abram geeft wanneer Hij de belofte van een groot nageslacht en een eigen land bevestigt (Genesis 17).

Ondanks dat Abraham wordt geprezen vanwege zijn geloof en gehoorzaamheid zie je hem soms ook het heft in eigen handen nemen. Hij vertrekt uit Ur met zijn neef Lot (hij verlaat dus niet zijn hele familie, maar neemt een potentiële erfgenaam mee). Als het erg lang duurt voordat zijn vrouw Sara zwanger wordt, verwekt hij Ismaël bij haar slavin Hagar. En als ze in Egypte en later in Gerar komen, zegt hij beide keren dat Sara zijn zus is, omdat hij bang is dat hij anders vermoord zal worden…

Hij heeft kennelijk een leven lang nodig om echt te leren vertrouwen dat God zijn beloften nakomt! Maar als God hem vraagt zijn zoon Isaak te offeren, blijkt hoeveel Abraham heeft geleerd. Hij is bereid zijn zoon te offeren, en doet hierbij de profetische uitspraak: ‘God zal voorzien.’ En dat doet God. Abraham offert niet zijn zoon, maar een ram. Christenen lezen hierin een verwijzing naar wat later zal gebeuren, als God zijn eigen Zoon wel offert, als een Lam, om heel de mensheid te kunnen redden.

Abraham wordt als geloofsheld genoemd in Hebreeën 11: God ziet hem als rechtvaardig, omdat hij heeft vertrouwd op Gods belofte. Abraham wordt als geestelijk vader gezien van joden, christenen en moslims (de drie abrahamitische religies). Uit de beloofde Isaak kwam uiteindelijk het volk van Israël voort, uit Ismaël kwamen de Arabische volken voort.

Veel mensen die vervolgd worden vanwege hun geloof verlaten huis en haard om God te kunnen blijven dienen. Zou jij genoeg geloof en voldoende moed hebben om alles in de steek te laten, als God dat van je vroeg?

Ontdek meer over Abraham

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.21.9
Volg ons