Wasdom schenken
Bijbeltekst(en)
1 Korintiërs 3
Het apostelschap en de gemeente
Wasdom schenken
‘Wij kunnen planten en natmaken, maar Gij moet de wasdom schen ken.’ Ik hoor het onze leraar wiskunde nog bidden. Het maakte indruk. Ik was niet goed in wiskunde. Mijn leraar bleef voor mij een tovenaar in getallen.
Zijn gebed is met mij meegegaan. Hij was zo’n planter in mijn leven, die me de wiskunde niet heeft kunnen bijbrengen. Niet zo heel jammer achteraf bezien. Hij heeft wel besef ingeplant dat er iets heel groots boven ons mensen uit gaat: God. Een leraar op het toen nog klassieke christelijk lyceum deed wat hij doen moest: medewerker van God zijn en daarna de wet van Pythagoras uitleggen.
Paulus zegt dat iedere medewerker apart wordt beloond. Daar gaan wij mensen niet over. Na vijfenzestig jaar beloon ik mijn leraar E. door dit te schrijven. God heeft wasdom geschonken. Mijn leraar was planter en ik de akker.
♪ Lied 220