Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

6 februari - Leviticus 13:1-11

Bijbeltekst(en)

Leviticus 13

Voorschriften omtrent huidziekte en schimmel

1De HEER zei tegen Mozes en Aäron: 2‘Als iemand een zwelling, uitslag of een lichte plek op zijn huid heeft die kan wijzen op een huidziekte die onrein maakt, moet hij naar de priester worden gebracht, naar Aäron of een van diens nakomelingen, 3die de aandoening moet bekijken. Als de priester vaststelt dat het haar op de aangetaste plek wit geworden is en de plek diep in de huid ligt, moet hij de persoon in kwestie vanwege die ziekte onrein verklaren.

4Als de huid een lichte, witte plek vertoont die niet diep in de huid ligt en het haar niet wit geworden is, moet de priester de betreffende persoon zeven dagen afzonderen. 5Op de zevende dag onderzoekt de priester hem opnieuw. Als blijkt dat de plek zich niet heeft uitgebreid en de huid niet verder is aangetast, moet hij hem opnieuw zeven dagen afzonderen. 6Zeven dagen later onderzoekt de priester hem nogmaals, en als de plek dof geworden is en zich niet heeft uitgebreid, moet hij hem rein verklaren. Het is dan gewone uitslag. De persoon in kwestie moet zijn kleren wassen en is dan weer rein. 7Maar als hij na onderzoek door de priester rein verklaard is en de plek zich later toch uitbreidt, moet hij zich opnieuw aan de priester laten zien. 8Als de priester vaststelt dat de plek zich inderdaad heeft uitgebreid, moet hij hem vanwege zijn huidziekte onrein verklaren.

9Wanneer er dus sprake zou kunnen zijn van een huidziekte die iemand onrein maakt, moet de betreffende persoon naar de priester worden gebracht. 10Als de priester een witte zwelling op de huid ziet, met wit haar erop, en er een rauwe plek is ontstaan, 11is het een chronische huidziekte en moet de priester hem onrein verklaren. Hij hoeft hem niet af te zonderen, want hij is onmiskenbaar onrein.

Leviticus 13:1-11NBV21Open in de Bijbel

Huidige Bijbeluitgaven zijn terughoudend met het woord ‘melaatsheid’ (lepra), want dat is de benaming van een specifieke ziekte die pas door de soldaten van Alexander de Grote naar het westen is gebracht. De NBV21 gebruikt daarom de aanduiding ‘huidziekte die onrein maakt’. De Leviticuslezing en Psalm 32 bereiden voor op het zondagsevangelie Marcus 1:39-45.

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons