Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

27 maart - Marcus 14:1-11

Bijbeltekst(en)

Marcus 14

Jezus met kostbare olie gebalsemd

1De volgende dag zou het feest van Pesach en het Ongedesemde brood beginnen. De hogepriesters en schriftgeleerden zochten naar een mogelijkheid om Hem door middel van een list gevangen te nemen en te doden. 2‘Maar niet op het feest,’ zeiden ze, ‘want dan komt het volk in opstand.’

3Toen Hij in Betanië in het huis van Simon – degene die aan een huidziekte had geleden – aanlag voor de maaltijd, kwam er een vrouw binnen. Ze had een albasten flesje bij zich dat gevuld was met zeer kostbare, zuivere nardusolie. Ze brak het flesje open en goot de olie uit over zijn hoofd. 4Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: ‘Waar is deze verkwisting goed voor? 5Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.’ Ze voeren tegen haar uit. 6Maar Jezus zei: ‘Laat haar met rust, waarom vallen jullie haar lastig? Ze heeft iets goeds voor Mij gedaan. 7Want de armen zijn altijd bij jullie, en jullie kunnen weldaden aan hen bewijzen wanneer je maar wilt, maar Ik zal niet altijd bij jullie zijn. 8Wat ze kon, heeft ze gedaan: ze heeft mijn lichaam nu al met olie gebalsemd, met het oog op mijn begrafenis. 9Ik verzeker jullie: waar ook maar ter wereld het goede nieuws verkondigd wordt, daar zal ter herinnering aan haar verteld worden wat zij heeft gedaan.’

10Toen ging Judas Iskariot, een van de twaalf, naar de hogepriesters om Hem aan hen uit te leveren. 11Toen zij dit hoorden, waren ze opgetogen en beloofden ze hem geld te zullen geven. En hij zon op een mogelijkheid om Hem op een geschikt moment uit te leveren.

Marcus 14:1-11NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.26.9
Volg ons