Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

23 september - Handelingen 15:19-35

Bijbeltekst(en)

Handelingen 15

19Daarom ben ik van mening dat we de mensen uit de heidense volken die zich tot God bekeren geen al te zware lasten moeten opleggen, 20maar dat we hun moeten schrijven dat ze zich dienen te onthouden van wat door de afgodendienst bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf. 21In elke stad wordt de wet van Mozes immers al sinds mensenheugenis verkondigd en op iedere sabbat in de synagogen voorgelezen.’

22Daarop besloten de apostelen en de oudsten in overleg met de hele gemeente enkele afgevaardigden met Paulus en Barnabas mee te zenden naar Antiochië. De keuze viel op twee leiders uit de gemeente: Judas, wiens bijnaam Barsabbas luidde, en Silas. 23Men gaf hun een brief mee met de volgende inhoud:

‘Van de apostelen en de oudsten. Aan onze broeders en zusters in Antiochië, Syrië en Cilicië afkomstig uit de heidense volken: gegroet! 24Wij hebben vernomen dat enkelen van ons u een bezoek hebben gebracht – zonder dat wij hun dat hadden opgedragen – en dat hun uitspraken aanleiding zijn geweest tot verwarring en verontrusting. 25Daarom hebben we eensgezind besloten enkele broeders naar u toe te zenden in het gezelschap van onze geliefde Barnabas en Paulus, 26mensen die hun leven op het spel hebben gezet voor de naam van onze Heer Jezus Christus. 27We hebben Judas en Silas afgevaardigd, en zij zullen de inhoud van deze brief mondeling toelichten. 28In overeenstemming met de heilige Geest hebben wij namelijk besloten u geen andere verplichtingen op te leggen dan wat strikt noodzakelijk is: 29onthoud u van vlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. Als u zich hieraan houdt, doet u wat juist is. Het ga u goed.’

30Ze namen afscheid en vertrokken naar Antiochië, en nadat ze daar de gemeente hadden bijeengeroepen, overhandigden ze de brief. 31Toen de brief was voorgelezen, verheugde de gemeente zich over de bemoedigende inhoud. 32Judas en Silas, die zelf ook profeten waren, hielden een lange toespraak, waarmee ze de gelovigen bemoedigden en sterkten. 33Ze brachten enige tijd in Antiochië door en werden toen met een vredegroet door de gelovigen teruggezonden naar degenen die hen hadden afgevaardigd. 35Paulus en Barnabas bleven in Antiochië, waar ze met nog vele anderen de boodschap van de Heer onderwezen en verkondigden.

Handelingen 15:19-35NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.25.3
Volg ons