1Toen kwamen er vanuit Jeruzalem farizeeën en schriftgeleerden naar Jezus. Ze vroegen Hem: 2‘Waarom overtreden uw leerlingen de tradities van onze voorouders? Ze wassen hun handen niet voor ze hun brood eten.’ 3Hij antwoordde hun: ‘En waarom overtreedt u het gebod van God omwille van uw eigen traditie? 4Want God heeft gezegd: “Toon eerbied voor uw vader en moeder,” en ook: “Wie zijn vader of moeder vervloekt, moet ter dood gebracht worden.” 5Maar u leert: “Wie tegen zijn vader of moeder zegt: ‘Alles wat van mij is en voor u van nut had kunnen zijn, bestem ik tot offergave,’ 6die hoeft zijn ouders geen eerbied te tonen.” Zo ontkracht u het woord van God omwille van uw eigen traditie. 7Huichelaars! Hoe treffend is de profetie die Jesaja over u heeft uitgesproken: