Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

29 mei - Exodus 32:25-35

Bijbeltekst(en)

Exodus 32

25Mozes begreep dat het volk zich had laten gaan omdat Aäron niet ingegrepen had, en dat hun vijanden daarom de spot met hen zouden drijven. 26Hij ging bij de ingang van het kamp staan en zei: ‘Wie voor de HEER kiest, moet hier komen.’ Alle nakomelingen van Levi voegden zich bij hem. 27Hij zei tegen hen: ‘Dit zegt de HEER, de God van Israël: Gord je zwaard om, jullie allemaal, doorkruis het kamp in de volle lengte en breedte en dood iedereen die je tegenkomt, al is het je broer, vriend of verwant.’ 28De Levieten deden wat Mozes hun had opgedragen, en zo kwamen er die dag ongeveer drieduizend Israëlieten om. 29‘Vandaag hebt u zich aan de HEER gewijd,’ zei Mozes, ‘door u zelfs tegen uw zonen en broers te keren. U hebt vandaag zijn zegen verworven.’

30De volgende morgen zei Mozes tegen het volk: ‘U hebt zwaar gezondigd. Toch zal ik de berg op gaan, naar de HEER; misschien kan ik verzoening bewerken voor uw zonden.’ 31Hierop keerde hij terug naar de HEER. ‘Ach HEER,’ zei hij, ‘dit volk heeft zwaar gezondigd: ze hebben een god van goud gemaakt. 32Schenk hun vergeving voor die zonde. Wilt U dat niet, schrap mij dan maar uit het boek dat U geschreven hebt.’ 33De HEER antwoordde Mozes: ‘Alleen wie tegen Mij gezondigd heeft, schrap Ik uit mijn boek. 34Leid het volk nu naar de plaats die Ik je heb genoemd; mijn engel zal voor je uit gaan. Maar op de dag van de verantwoording zal Ik hen voor hun zonde ter verantwoording roepen.’

35De HEER strafte het volk, omdat ze het kalf hadden gemaakt, het beeld dat Aäron gegoten had.

Exodus 32:25-35NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons