Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

24 mei - Hebreeën 12:14-29

Bijbeltekst(en)

Hebreeën 12

Aansporingen en groeten

14Streef ernaar in vrede te leven met allen en leid een heilig leven; wie dat niet doet zal de Heer niet zien. 15Zorg ervoor dat niemand zich de genade van God laat ontgaan, dat er geen giftige kiem opschiet die onrust veroorzaakt en met zijn bitterheid velen besmet, 16en dat niemand ontucht pleegt of het heilige zozeer minacht als Esau, die voor één enkel bord eten zijn eerstgeboorterecht verkocht. 17U weet immers dat hij daarna, toen hij alsnog de zegen wilde verkrijgen, afgewezen werd; hij kon het niet meer ongedaan maken, ook al smeekte hij er in tranen om.

18U bent niet, zoals het volk destijds, iets tastbaars genaderd, geen allesverzengend vuur, dreigende duisternis en woeste wind, 19geen bazuingeschal en stemgedonder. Toen het volk die stem hoorde, smeekte het dat er geen woord meer tot hen zou worden gesproken, 20omdat wat hun werd opgelegd ondraaglijk was: ‘Zelfs een dier dat de berg aanraakt, moet gestenigd worden!’ 21Zo schrikbarend was de verschijning dat Mozes uitriep: ‘Ik sidder van angst!’ 22Nee, u bent de Sionsberg genaderd, de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, en duizenden engelen die in vreugde bijeen zijn, 23de gemeenschap van eerstgeborenen, die in de hemel ingeschreven zijn; u bent God genaderd, de rechter van allen, en de geesten van de rechtvaardigen, die tot volmaaktheid gekomen zijn, 24de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.

25Let op dat u Hem die spreekt niet afwijst. Want als zij al niet ontkomen zijn toen ze degene afwezen die hen op aarde onderrichtte, dan kunnen wij, wanneer we ons afkeren van degene die dat vanuit de hemel doet, helemaal niet ontkomen. 26Destijds deed zijn stem de aarde beven, nu heeft Hij deze belofte gedaan: ‘Nog eenmaal zal Ik de aarde doen beven, en niet alleen de aarde maar ook de hemel.’ 27Met dat ‘nog eenmaal’ wordt bedoeld dat wat geschapen is, wankelt en verdwijnt, zodat alleen blijft wat onwankelbaar is. 28Laten we dankbaar zijn omdat we een onwankelbaar koninkrijk ontvangen; zo kunnen we God dienen zoals het Hem behaagt, met eerbied en ontzag. 29Onze God is een verterend vuur!

Hebreeën 12:14-29NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons