Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

23 december - Psalm 89:39-53

Bijbeltekst(en)

Psalmen 89

39Toch hebt U hem verstoten en verworpen,

uw toorn over uw gezalfde uitgestort,

40het verbond met uw dienaar versmaad,

zijn kroon vertrapt en ontwijd.

41U hebt de wallen van zijn stad gesloopt,

al zijn vestingen afgebroken,

42voorbijgangers beroofden hem,

naburige volken bespotten hem.

43U gaf zijn tegenstanders de overhand,

zijn vijanden verheugden zich,

44U beroofde zijn zwaard van zijn scherpte,

U hield hem niet staande in de strijd.

45U hebt zijn glans gedoofd,

zijn troon omvergeworpen,

46de dagen van zijn jeugd verkort,

hem met schande overdekt. sela

47Hoe lang nog, HEER? Verbergt U zich voor altijd,

blijft het vuur van uw woede branden?

48Gedenk mij en mijn vluchtig bestaan.

Hoe nietig hebt U de mens geschapen!

49Leeft er iemand die de dood niet zal zien,

die ontkomt aan de greep van het dodenrijk? sela

50Waar is uw liefde van vroeger, Heer,

hebt U David geen trouw gezworen?

51Gedenk, Heer, dat uw dienaren worden bespot,

dat ik lijd onder de hoon van vele volken.

52Uw vijanden, HEER, bespotten mij,

spotten met uw gezalfde, waar hij ook gaat.

53Geprezen zij de HEER in eeuwigheid.

Amen, amen.

Psalmen 89:39-53NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons