25Er is, broeders en zusters, een goddelijk geheim dat ik u niet wil onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Een deel van Israël is onbuigzaam geworden, en dat blijft zo totdat de andere volken voltallig zijn toegetreden. 26Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. 27Dit is mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem.’ 28Omwille van u zijn ze Gods vijanden geworden door het evangelie af te wijzen, maar toch blijven ze Gods geliefden omwille van de aartsvaders, die Hij heeft uitgekozen. 29De genade die God schenkt neemt Hij nooit terug, wanneer Hij iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan. 30Zoals u God eens ongehoorzaam was, maar door hun ongehoorzaamheid nu Gods barmhartigheid hebt ondervonden, 31zo zijn ook zij nu ongehoorzaam om door de barmhartigheid die u ondervonden hebt, ook zelf barmhartigheid te ondervinden. 32Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan de ongehoorzaamheid, opdat Hij voor ieder mens barmhartig kan zijn.
33Hoe onuitputtelijk zijn Gods rijkdom, wijsheid en kennis, hoe ondoorgrondelijk zijn oordelen en hoe onbegrijpelijk zijn wegen. 34‘Wie kent de gedachten van de Heer, wie was ooit zijn raadsman? 35Wie heeft Hem iets gegeven dat door Hem moest worden terugbetaald?’ 36Alles is uit Hem ontstaan, alles is door Hem geschapen, alles heeft in Hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.