Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

23 april - Hebreeën 7:11-19

Bijbeltekst(en)

Hebreeën 7

11Had het Levitische priesterschap – dat de basis vormde voor de wet die het volk ontving – de volmaaktheid gebracht, dan was het niet meer nodig geweest te zeggen dat er een andere priester zou worden aangesteld, een priester zoals Melchisedek, en niet zoals Aäron. 12Maar wanneer het priesterschap verandert, verandert onherroepelijk ook de wet. 13Welnu, degene over wie dit alles wordt gezegd, behoort tot een andere stam, waarvan niemand zich in dienst van het altaar gesteld heeft. 14Het is immers bij iedereen bekend dat onze Heer is voortgekomen uit Juda, en deze stam is door Mozes nooit met priesters in verband gebracht.

15Nog duidelijker wordt het nu deze nieuwe priester, het evenbeeld van Melchisedek, 16geen priester geworden is op grond van de in de wet vereiste menselijke afstamming, maar door de kracht van zijn onvergankelijk leven. 17Over Hem wordt immers verklaard: ‘Jij bent priester voor eeuwig, zoals Melchisedek.’ 18Het eerder gegeven gebod wordt ongeldig verklaard omdat het te beperkt is en niet voldoet 19– de wet heeft trouwens in geen enkel opzicht de volmaaktheid gebracht –, maar de hoop op iets beters treedt ervoor in de plaats, waardoor wij God dichter kunnen naderen.

Hebreeën 7:11-19NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons