12Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. 13Hoe meer u deel hebt aan Christus’ lijden, des te meer moet u zich verheugen, en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn wanneer zijn luister geopenbaard wordt. 14Als u gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want dat betekent dat de Geest van God in al zijn luister op u rust. 15Laat niemand van u moeten lijden omdat hij een moordenaar is, een dief, misdadiger of onruststoker. 16Maar als u lijdt omdat u christen bent, schaam u dan niet en draag uw lot tot Gods eer.
17Besef goed dat de tijd van het oordeel is aangebroken. Dat oordeel begint bij Gods eigen mensen. Als het bij ons begint, hoe zal het dan aflopen met hen die weigeren het evangelie van God te gehoorzamen? 18Als de rechtvaardige al ternauwernood gered wordt, hoe zal het dan gaan met de goddeloze en de zondaar? 19Daarom moeten allen die lijden omdat God dat wil, het goede blijven doen en hun leven in handen leggen van de trouwe schepper.