Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

16 februari - 1 Samuël 9:26-10:16

Bijbeltekst(en)

1 Samuel 9

26De volgende morgen, bij het krieken van de dag, riep Samuel naar Saul op het dak: ‘Sta op, ik zal u uitgeleide doen.’ Samen met Samuel ging Saul naar buiten. 27Toen ze vanaf de stad naar beneden liepen, zei Samuel tegen Saul: ‘Zeg tegen uw knecht dat hij vast vooruitgaat.’ Toen de knecht hun een eind vooruit was, zei Samuel: ‘Blijft u nog even staan, dan zal ik u vertellen wat God met u voorheeft.’

1 Samuel 10

1Hij goot een kruikje olie over Sauls hoofd uit, kuste hem en zei: ‘Hierbij zalft de HEER u tot vorst over het volk dat Hem toebehoort.’ 2Daarna zei hij: ‘Als u straks na ons afscheid verdergaat, zult u in Selsach op de grens met Benjamin bij het graf van Rachel twee mannen aantreffen. Zij zullen u vertellen dat de ezelinnen waarnaar u op zoek was terecht zijn, en dat uw vader zich daarover geen zorgen meer maakt, maar dat hij ongerust is over u en zich afvraagt wat hij moet doen om u te vinden. 3Wanneer u dan uw weg vervolgt en aankomt bij de Tabor-eik, zult u daar drie mannen tegenkomen die op weg zijn om God in Betel te vereren. De eerste heeft drie geitenbokjes bij zich, de tweede drie broden en de derde een zak wijn. 4Ze zullen u vragen hoe het met u gaat en u twee broden geven, die u moet aannemen. 5Als u ten slotte in Gibea-Elohim komt, zult u in de buurt van de stad, bij de Filistijnse wachtpost, een stoet profeten tegenkomen die in vervoering van de offerhoogte afdaalt, voorafgegaan door muzikanten met harpen, tamboerijnen, fluiten en lieren. 6Dan zult u worden gegrepen door de geest van de HEER en ook in vervoering raken, en u zult een ander mens worden. 7Tijdens de gebeurtenissen die ik zojuist heb voorspeld kunt u doen wat uw hart u ingeeft, want God staat u bij. 8Ga daarna door naar Gilgal en wacht daar zeven dagen op mij. Ik zal u achterna reizen om brandoffers en vredeoffers op te dragen. Daarna zal ik u laten weten wat u verder doen moet.’

9En inderdaad, zodra Saul zich had omgedraaid om zijn weg te vervolgen, bracht God een verandering in hem teweeg. En alle voorspelde gebeurtenissen kwamen diezelfde dag nog uit. 10Toen ze bij Gibea aankwamen, kwam hun een stoet profeten tegemoet. Saul werd gegrepen door de geest van God en raakte net als zij in vervoering. 11Allen die hem van vroeger kenden en zagen dat hij zich in vervoering bij de profeten had aangesloten, zeiden tegen elkaar: ‘Wat is er met de zoon van Kis gebeurd? Hoort Saul nu ook al bij de profeten?’ 12En een van hen merkte op: ‘Wie is hun vader eigenlijk?’ Zo komen we aan de uitdrukking: Hoort Saul nu ook al bij de profeten? 13Toen zijn vervoering voorbij was, ging Saul naar de offerhoogte. 14Zijn oom kwam op hem af en vroeg aan hem en zijn knecht waar ze geweest waren. ‘De ezelinnen zoeken,’ antwoordde Saul. ‘Maar we konden ze niet vinden en toen zijn we naar Samuel gegaan.’ 15‘En, wat heeft hij tegen jullie gezegd?’ vroeg Sauls oom. 16‘Hij heeft ons gezegd dat de ezelinnen terecht waren,’ antwoordde Saul. Maar dat Samuel over het koningschap had gesproken vertelde hij niet.

1 Samuel 9:26-10:16NBV21Open in de Bijbel
Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.39.0
Volg ons