Stap 8 Alles wat je weten moet


Bijbeltekst(en)
Micha 6
De gerechtigheid van de HEER
Soms kom je in de Bijbel een vers tegen dat eigenlijk alles opsomt dat je moet weten. De ‘gulden regel’ zoals Jezus die formuleert bijvoorbeeld (Mat. 7:12), of de regel die volgens Jezus de belangrijkste van de hele wet is: ‘Heb de Heer, uw God, lief (…) en uw naaste als uzelf’ (Lev. 19:18; Luc. 10:27).
Micha 6:8 is ook zo’n vers. Het staat midden in een woede-uitbarsting van God tegen zijn volk. In de woestijn had God allerlei regels aan het volk gegeven over het heiligdom dat ze moesten bouwen en wat voor offers ze daar dan moesten brengen. In de tijd van Micha was er een grote tempel in Jeruzalem, waar priesters en Levieten dagelijks offers brachten en God aanbaden. Het was een indrukwekkend gebeuren, maar Micha is allesbehalve onder de indruk, en God al helemaal niet.
Met bijtend sarcasme ontmaskert Micha de buitensporige offers van de rijke mensen als afleidingsmanoeuvre van het sociale onrecht in en rond Jeruzalem. Deze mensen lijken op iemand die zich het hele jaar niet om z’n vrienden of partner bekommert, maar op de verjaardag ineens met een veel te duur cadeau komt aanzetten. Dat is niet het soort relatie dat God wil! Het enige wat Hij verlangt, is dat de mensen eerlijk en zorgzaam met elkaar omgaan, en dat ze bij elke stap die ze zetten op zoek gaan naar Hem.
Als jij recht zou moeten spreken tussen God en de mensen nu – in je woonplaats, in ons land, of verder weg in de wereld – wie zou dan gelijk krijgen? Kun je een concreet voorbeeld verzinnen?
