Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap

De Bijbel voor lezers van nu

Bijbel in Gewone Taal sluit aan bij maatschappelijke ontwikkeling

Veranderde leescultuur

De Bijbel in Gewone Taal is een vertaling van de Bijbel die begrijpelijk is voor zoveel mogelijk lezers. Met zijn duidelijke teksten en overzichtelijke tekstindeling past deze Bijbel in de moderne leescultuur.
Er is in de samenleving een brede behoefte aan toegankelijke teksten, een behoefte die onder andere te maken heeft met verandering in leescultuur. Sinds de jaren zeventig wordt er veel minder tijd besteed aan het lezen van boeken, kranten en tijdschriften: in 1975 werd er volgens het Sociaal Cultureel Planbureau gemiddeld 6,1 uur per week in gedrukte media gelezen, in 2005 was dat 3,9 uur, in 2011 nog maar 2,5 uur. Die afname wordt wel enigszins gecompenseerd door de tijd die besteed wordt aan digitaal lezen, maar dat betreft vaak niet-lineair lezen en lezen van korte teksten.
De trend lijkt dat informatie snel gevonden moet kunnen worden, en dat lezen niet te veel moeite moet kosten.

Heldere communicatie

Een van de grootheden op het gebied van begrijpelijke communicatie en helder taalgebruik is Jan Renkema, bekend van de Schrijfwijzer. In de jaren zeventig was hij enige tijd taaladviseur van de Tweede Kamer. De toenmalige kamervoorzitter Anne Vondeling wilde namelijk dat de overheid duidelijker zou communiceren. Jan Renkema is vorig jaar met pensioen gegaan, maar het streven naar duidelijk taalgebruik gaat door. Het belang van heldere communicatie wordt inmiddels algemeen erkend en de behoefte aan begrijpelijke teksten klinkt op allerlei terreinen in de samenleving. Veel tekstbureaus richten zich op het herschrijven van ingewikkelde teksten en geven cursussen eenvoudig taalgebruik. De Stichting Makkelijk Lezen beoordeelt teksten op toegankelijkheid en wijst een keurmerk toe aan teksten die aan hun eisen voldoen.

De belastingdienst maakt de aangiftebiljetten zo duidelijk mogelijk. Bijsluiters van geneesmiddelen worden op begrijpelijkheid gecontroleerd. Verzekeringsmaatschappijen en hypotheekverstrekkers laten hun voorwaarden herschrijven in een toegankelijker formulering. Het zijn voorbeelden van communicatie die moèt slagen: het verkeerd begrijpen ervan kan nadelige en zelfs fatale gevolgen hebben.

Wat is een begrijpelijke tekst?

De begrijpelijkheid van teksten werd vroeger gemeten met leesbaarheidsformules waarin woordlengte en zinslengte bepalende factoren waren. De laatste decennia is daar veel kritiek op gekomen. Met woord- en zinslengte worden alleen oppervlakkige tekstkenmerken beoordeeld, maar voor het begrip van een tekst is de samenhang, verband tussen zinnen en zinsdelen, veel belangrijker. Taalwetenschapper Jentine Land deed hier onderzoek naar onder vmbo-leerlingen. Daaruit bleek dat een tekst met langere zinnen met verbindingswoorden beter begrepen wordt dan een tekst met allemaal korte zinnen onder elkaar.

Ook als het gaat om woordgebruik is niet de lengte van een woord van belang, maar de bekendheid of onbekendheid ervan. Een tekst zou voor een goed begrip niet meer dan 5% onbekende woorden moeten bevatten. Het gaat dan om woorden die weinig voorkomen in de algemeen gebruikte taal. Om te bepalen welke woorden dat zijn gebruikt men frequentielijsten, die aangeven hoe vaak een woord voorkomt in grote dataverzamelingen van teksten, van radio of tv, boeken, kranten en tijdschriften. Ook wie een nieuwe taal leert, leert eerst de basiswoordenschat van veel gebruikte woorden. Zo zijn de 5000 meest gebruikte woorden in het Nederlands onlangs verzameld in A Frequency Dictionary of Dutch, een woordenboek voor Engelstaligen die Nederlands leren.

Wetenschappelijk onderzoek

In 2010 zette de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) het programma Begrijpelijke Taal op. Verschillende universiteiten en maatschappelijke organisaties werken in dit onderzoeksprogramma samen. Ze doen dat om nog beter zicht te krijgen op de beste strategieën voor begrijpelijkheid en op de effecten die bepaalde keuzes hebben op diverse lezers. Om te beginnen is de Kennisbank Begrijpelijke Taal ontwikkeld: een online databank met honderden wetenschappelijke artikelen op het terrein van begrijpelijkheid van teksten. Verder wordt er in het kader van het NWO-programma zowel fundamenteel als toegepast onderzoek gedaan. Een voorbeeld is het LIN-project. Hierin wordt een leesbaarheidsindex ontwikkeld, een instrument dat de moeilijkheidsgraad van teksten op een betrouwbaarder manier bepaalt dan de oude leesbaarheidsformules.

Op 19 september houdt het programma Begrijpelijke Taal in Amsterdam zijn jaarlijkse programmadag met presentaties van onderzoek, workshops over (begrijpelijke) financiële communicatie en een paneldiscussie onder leiding van Jan Renkema.

Lezen voor het plezier

Er zijn situaties waarin het lezen en goed begrijpen van een tekst van essentieel belang is. Maar vaak is lezen vrijblijvender, iets wat je doet voor je plezier. En ook in deze sector van het ‘nutteloze’ lezen wordt gewerkt aan begrijpelijke teksten.

Uitgeverij Eenvoudig Communiceren brengt bijvoorbeeld al jaren eenvoudige boeken voor jongeren en volwassenen. De uitgeverij wil ervoor zorgen dat lezen leuk is, ook voor mensen die zeggen dat ze eigenlijk niet van lezen houden. In dat kader worden ook bestaande boeken herschreven naar een eenvoudiger tekst. Bij het bewerken worden allerlei strategieën toegepast om de tekst toegankelijker te maken. Soms wordt het vertelperspectief, de chronologie of het aantal personages gewijzigd, soms worden nevenintriges weggelaten. Vorig jaar verscheen zo Herman Kochs Het diner in een sterk vereenvoudigde versie. Op de jubileumbijeenkomst van de Stichting Makkelijk Lezen in 2013 bleek Koch geen enkele moeite te hebben met die vereenvoudiging van zijn tekst. Hij luisterde geamuseerd naar Marian Hoefnagel die vertelde hoe ze in haar versie van Het diner ‘onnodige details’ had geschrapt en het hele verhaal in de tegenwoordige tijd had gezet.

Een toegankelijke Bijbel?

Er is ook klassiekere literatuur bewerkt voor een breed publiek: Melvilles Moby Dick, Jules Verne, het Dagboek van Anne Frank. Maar de bekendste klassieker ontbreekt nog: de Bijbel. De Bijbel is voor de één een tekst van levensbelang, voor de ander een tekst die je leest voor het plezier. Het is hoe dan ook een boek dat ertoe doet in onze cultuur. Overal zijn sporen van de Bijbel te vinden, in beeldende kunst, in literatuur, in popmuziek en in de taal. Die invloed heeft de Bijbel nog steeds, zij het in veel mindere mate dan vroeger. Voor veel mensen is de Bijbel bovendien meer dan literatuur: het is de bron van hun geloof of ze zoeken er wijsheid en inspiratie in. De Bijbel is dus een boek met een zeer breed lezerspubliek. Het zou daarom voor de hand liggen dat ook de Bijbel voor iedereen toegankelijk was.

Nu zijn er natuurlijk kinderBijbels en navertellingen voor volwassenen. Maar de ‘echte’ Bijbel, dat wil zeggen een directe vertaling van de bronteksten, is niet beschikbaar in een versie die voor iedereen begrijpelijk is. Dat is niet verwonderlijk. De Bijbel is een moeilijk boek, uit een tijd en cultuur die ons vreemd zijn. De teksten zijn een paar duizend jaar geleden geschreven in het Hebreeuws en het Grieks door verschillende auteurs. Er staan verhalen in de Bijbel die bijna iedereen kent, maar ook veel teksten die weinig mensen zomaar kunnen begrijpen. Denk aan de brieven van Paulus in het Nieuwe Testament en de boeken van de profeten in het Oude Testament.

Voor het merendeel van de lezers voldoet een navertelling of een herschreven versie niet. Alleen de ‘echte’ Bijbel telt, uit de bronteksten vertaald. De eerder genoemde bewerkingen die van romans gemaakt worden, zijn hier dus niet aan de orde. Lezers willen een echte, complete, volwaardige Bijbel lezen. Maar dat willen ze steeds vaker graag op een manier die weinig inspanning kost.

De Bijbel in Gewone Taal

Begin oktober verschijnt er een vertaling van de Bijbel die toegankelijk is voor een heel breed lezerspubliek: de Bijbel in Gewone Taal. Het is een volwaardige vertaling uit de Hebreeuwse en Griekse bronteksten en tegelijk een tekst die van begin tot eind duidelijk is.

De ‘gewone taal’ houdt in dat er algemeen bekende woorden gebruikt worden, dat de zinnen overzichtelijk en niet te lang zijn, en dat de tekststructuur duidelijk is en de lay-out overzichtelijk. De vertaling is gemaakt door exegeten en neerlandici van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap, dat eerder De Nieuwe Bijbelvertaling maakte.

Rieuwerd Buitenwerf, directeur van het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap: ‘Het is onze missie om de Bijbel dicht bij mensen te brengen. De taal van de Bijbel in Gewone Taal is niet alleen duidelijk maar ook herkenbaar en vertrouwd. Daardoor komt de tekst van de Bijbel werkelijk dicht bij de lezer.’

Reacties

Gewone taal is duidelijk, maar hoeft niet vlak te zijn. Jan Renkema, emeritus hoogleraar tekstkwaliteit, noemt de taal van de Bijbel in Gewone Taal ‘sterke taal’. En gewone taal kan iedereen aanspreken, omdat het de taal is waarin we allemaal communiceren. Vincent Hunink, universitair docent klassieke talen: ‘Juist door de eenvoud kan de vertaling de kern van de tekst raken. Dat levert indringende leeservaringen op, ook voor ervaren lezers.’ Door de aanpak van de Bijbel in Gewone Taal komen de teksten duidelijker en directer naar voren dan in eerdere vertalingen. Emeritus hoogleraar taalwetenschap Geert Booij: ‘Het is alsof het stof van de teksten is gewist, waardoor ze de lezer weer veel directer aanspreken.’

Uit reacties op de voorpublicatie (2013) blijkt dat de Bijbel in Gewone Taal gewaardeerd wordt door een breed en divers lezerspubliek. Veel mensen zijn blij met een Bijbel die ze goed kunnen begrijpen. Ervaren Bijbellezers waarderen de taal die aansluit bij hun eigen belevingswereld en een vertrouwdheid met de teksten oproept.

Buschauffeur Percy Kroese: ‘Omdat deze Bijbelvertaling zo begrijpelijk is, zal het een feest zijn om erin te lezen!’ En Bijbellezer Johan Maas: ‘Als je begint te lezen zonder kennis of voorkennis, word je meteen geraakt. Het komt heel dicht bij je hart.’

Zorgvuldige vertaling voor een breed publiek

De Bijbel in Gewone Taal past helemaal in de trend van begrijpelijke taal: een belangrijke tekst wordt toegankelijk gemaakt voor een breed publiek. Maar tegelijk is de manier waarop het is gedaan iets bijzonders: deze Bijbel is geen bewerking van een Nederlandse tekst, maar een vertaling uit de bronteksten.

Clazien Verheul, neerlandicus en vertaler van de Bijbel in Gewone Taal: ‘We hebben ons gebaseerd op wat er bekend is over begrijpelijke taal. We hebben dus altijd de tekstsamenhang in het oog gehouden, en bijvoorbeeld een beperkte woordenschat gebruikt.’ Er zijn in de Bijbel in Gewone Taal veel minder verschillende woorden gebruikt dan in andere Bijbelvertalingen met het oog op de duidelijkheid en begrijpelijkheid. In het artikel ‘Gewone woorden in een bijzonder boek’ in het septembernummer van het tijdschrift Met Andere Woorden wordt besproken hoe de vertalers gekomen zijn tot een woordenschat van nog geen 4000 woorden.

Matthijs de Jong, nieuwtestamenticus en vertaler van de Bijbel in Gewone Taal: ‘Vertalen vraagt altijd om een bepaalde aanpak: de werkwijze moet aansluiten bij het doel. Ook voor deze vertaling hebben we een passende vertaalstrategie ontwikkeld. Het resultaat moest én een eerlijke weergave van de bronteksten zijn én een begrijpelijk tekst.’

De uitgangspunten en de werkwijze van de Bijbel in Gewone Taal komen uitvoerig en met veel voorbeelden aan de orde in het boek Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal?

Over de auteurs

Drs. Clazien Verheul werkt sinds 1992 bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap als neerlandicus. Ze werkte als vertaler mee aan De Nieuwe Bijbelvertaling en aan de Bijbel in Gewone Taal. Ze schrijft diverse artikelen over Bijbelvertalen, onder andere in het NBG-kwartaaltijdschrift over Bijbelvertalen Met Andere Woorden.

Dr. Matthijs de Jong werkt sinds 2006 bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap als nieuwtestamenticus. Hij werkte mee aan de Bijbel in Gewone Taal als vertaler en coördinator van het Nieuwe Testament. Als Bijbelwetenschapper en vertaler schrijft hij wetenschappelijke artikelen voor vaktijdschriften, populairwetenschappelijke artikelen voor professionals, en toegankelijke teksten voor een breed publiek. Hij is auteur van het boek Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal?

Bronnen over de Bijbel in Gewone Taal

  • Met Andere Woorden 33/3, september 2014, geheel gewijd aan de Bijbel in Gewone Taal, met artikelen over de uitgangspunten van het vertaalproject, de woordenschat van de vertaling, het vertalen van citaten en de vertaling van belangrijke theologische termen in de brieven van Paulus. (verschijnt eind september).
  • Matthijs de Jong, Hoe vertaal je de Bijbel in gewone taal? Uitgangspunten, keuzes en dilemma’s. Heerenveen 2014 (verschijnt in oktober).

Bronnen over begrijpelijke taal

 Bronnen over leescultuur:

Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschapv.4.24.4
Volg ons