Psalmen 54
1Voor de koorleider. Bij snarenspel. Een kunstig lied van David, 2toen de inwoners van Zif aan Saul waren gaan zeggen: ‘Weet u wel dat David zich bij ons schuilhoudt?’
3God, bevrijd mij door uw naam,
verschaf mij recht door uw macht.
4God, luister naar mijn gebed,
hoor de woorden van mijn mond.
5Vreemden vallen mij aan,
zij staan mij met geweld naar het leven,
zij houden God niet voor ogen. sela
6Zie, God is mijn helper,
de Heer is het die mijn leven draagt.
7Laat het kwaad zich keren tegen mijn belagers,
toon uw trouw en breng hen tot zwijgen.
8Van harte zal ik U offers brengen
en uw naam loven, HEER, want die is goed:
9hij heeft mij uit de nood gered.
Onbevreesd zie ik mijn vijanden aan.
© 2021 Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap |
NBV21