Psalmen 149
1Halleluja!
Zing voor de HEER een nieuw lied,
roem Hem te midden van zijn getrouwen.
2Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige maker,
het volk van Sion juichen om zijn koning.
3Laten zij dansend zijn naam loven,
bij lier en tamboerijn voor Hem zingen.
4Ja, de HEER vindt vreugde in zijn volk,
Hij kroont de vernederden met de zege.
5Laten zijn getrouwen juichen in luister,
nog jubelen als zij te ruste gaan,
6met een lofzang voor God op de lippen
en een tweesnijdend zwaard in de hand.
7De volken laten boeten,
de naties bestraffen,
8hun koningen in boeien slaan,
hun leiders met ketenen binden,
9het geschreven recht aan hen voltrekken:
dat is de glorie voor al zijn getrouwen.
Halleluja!
© 2021 Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap |
NBV21