Hosea 3
Israëls liefde afgedwongen
1De HEER zei tegen mij: ‘Heb nogmaals een vrouw lief, een vrouw die ondanks de liefde van haar man toch overspelig is, net zoals de HEER de Israëlieten liefheeft hoewel zij zich op andere goden richten en uit zijn op de lekkernijen in hun tempels.’ 2Ik kocht zo’n vrouw voor de prijs van vijftien sjekel zilver en anderhalve ezelslast gerst. 3Ik zei tegen haar: ‘Je zult geruime tijd in huis moeten blijven, je zult geen overspel kunnen plegen en je met geen man inlaten. Ook ik zal niet met je slapen.’ 4Zo zullen de Israëlieten geruime tijd verstoken blijven van koning en leiders, van offers en gewijde stenen, van orakels en huisgoden. 5Dan zullen ze tot inkeer komen en weer verlangen naar de HEER, hun God, en hun koning David; zo zullen ze zich uiteindelijk vol ontzag aan de HEER en zijn goedheid onderwerpen.
© 2021 Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap |
NBV21