1Een psalm van Asaf.
God staat op in de hemelse raad,
hij spreekt recht in de kring van de goden:
2‘Hoe lang nog oordeelt u onrechtvaardig
en kiest u partij voor wie kwaad doen? sela
3Doe recht aan weerlozen en wezen,
kom op voor verdrukten en zwakken,
4bevrijd wie weerloos zijn en arm,
red hen uit de greep van wie kwaad wil.
5U toont geen inzicht, geen begrip,
en doolt in duisternis rond,
de aarde wankelt op haar grondvesten.
6Ooit heb ik gezegd: “U bent goden,
zonen van de Allerhoogste, allemaal.”
7Toch zult u sterven als mensen,
ten val komen als aardse vorsten.’
8Verhef u, God, spreek recht op aarde,
alle volken behoren u toe.